vervolg uitleg incidentmethode
5. In deze ronde kan een iedere zijn/haar vragen stellen. Stel vooral vragen die feitelijke informatie geven. Stel open vragen: wie, wat, waar, waarom, waardoor, waartoe, hoe, hoeveel etc en probeer door te vragen op de antwoorden die de probleeminbrenger geeft.
6. Het bespreken van ieders analyse: De groepsleden bespreken met elkaar hoe zij de situatie zien. Welke oorzaken heeft een ieder ontdekt, welke aanleidingen zijn er? Hoe is de rol van de probleem-inbrenger? Hoe zijn de omgevingsfactoren? Probeer met je groep tot een paar kernproblemen te komen
7. Wat zou jij doen in deze situatie? Ieder groepslid schrijft op : ‘Wat zou ik doen en WAAROM?’
8. Wat deed/doet de probleeminbrenger? De probleeminbrenger vertelt hoe hij/zij handelde in de situatie en/of wat zij zich heeft voorgenomen om te gaan doen.
9. Afsluitend gesprek
Heeft de probleeminbrenger behoefte aan een reactie op hoe de intervisie is verlopen?
Is het probleem te verbreden naar andere problemen uit de werksituatie van de deelnemers?
Mogelijk zijn er nog andere vragen, opmerkingen etc.
10. Evalueren: Een ieder noteert wat hij/zij heeft geleerd van deze bespreking. Eerst mag de probleeminbrenger vertellen wat hij/zij heeft geleerd en daarna de anderen. Ten slotte vat de voorzitter de evaluatie samen.