Quiz H1 §1 t/m 3, 5 en 6, 8 t/m 11 + H4 §5 t/m 8
1 / 33
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Noteer drie manieren om welvaart te meten.
Slide 2 - Open vraag
Waarom is één armoedegrens voor de hele wereld geen goede maatstaf?
Slide 3 - Open vraag
Waarom is het bbp niet zo'n goede manier om de welvaart te meten?
Slide 4 - Open vraag
Leg het schil tussen welvaart en welzijn uit.
Slide 5 - Open vraag
Welzijn gaat niet over ...
A
De gezondheid van mensen
B
Het inkomen van mensen
C
Het onderwijs dat mensen volgen
D
De voedselzekerheid die mensen hebben
Slide 6 - Quizvraag
Hoe gezonder mensen zijn, hoe ... hun welzijn
A
Hoger
B
Lager
Slide 7 - Quizvraag
Noteer drie manieren om welzijn te meten
Slide 8 - Open vraag
Arme landen met weinig macht behoren tot ...
A
het centrum
B
de semi-periferie
C
de periferie
Slide 9 - Quizvraag
Geïndustrialiseerde landen zijn ...
A
het centrum
B
de semi-periferie
C
de periferie
Slide 10 - Quizvraag
Brazilië is een ..... land
A
Centrum
B
periferie
C
semi-periferie
Slide 11 - Quizvraag
Deze landen leveren vooral grondstoffen
A
Centrum
B
Periferie
C
Semi-periferie
Slide 12 - Quizvraag
Nederland behoort tot...
A
Centrum
B
Semi - periferie
C
Periferie
Slide 13 - Quizvraag
De meeste landen in Afrika horen bij de
A
Centrumlanden
B
Semi-periferie
C
Periferie
Slide 14 - Quizvraag
Op mondiaal schaalniveau behoort Landgraaf tot ...
A
Het centrum
B
De periferie
Slide 15 - Quizvraag
Op nationaal schaalniveau behoort Landgraaf tot ...
A
Het centrum
B
De periferie
Slide 16 - Quizvraag
De periferie van de EU ligt in het
A
Noorden
B
Zuiden
C
Oosten
D
Westen
Slide 17 - Quizvraag
Het centrum van de EU ligt in het
A
Noordwesten
B
Zuidenwesten
C
Oosten
D
Westen
Slide 18 - Quizvraag
De semi-periferie van de EU ligt in het
A
Noordenwesten
B
Zuidenwesten
C
Oosten
D
Westen
Slide 19 - Quizvraag
Noteer twee redenen waarom mensen binnen de EU migreren.
Slide 20 - Open vraag
Waarom is het nadelig voor arme landen in de EU als mensen emigreren?
Slide 21 - Open vraag
Noteer een voordeel voor arme landen in EU als mensen emigreren.
Slide 22 - Open vraag
Wat is imperialisme?
Slide 23 - Open vraag
Noteer twee gevolgen van kolonialisme voor de koloniën zelf
Slide 24 - Open vraag
Wat is een overeenkomst tussen Angola en Suriname?
Slide 25 - Open vraag
Noteer een verschil tussen Angola en Suriname op het gebied van overheidsinvesteringen.
Slide 26 - Open vraag
Noteer een voorbeeld van een grondstofconflict.
Slide 27 - Open vraag
Over welke grondstof ontstaan er vooral conflicten in gebieden met een droog en warm klimaat?
A
Goud
B
Olie
C
Water
D
Diamant
Slide 28 - Quizvraag
Waarom zijn sommige mensen in North Dakota opeens heel rijk geworden?
Slide 29 - Open vraag
Wat is een vicieuze cirkel?
Slide 30 - Open vraag
Bij ontwikkelingssamenwerking werken rijke en arme landen samen om de omstandigheden in de arme landen te verbeteren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quizvraag
dit is een
voorbeeld van:
voorbeeld van:
A
Noodhulp
B
Ontwikkelingshulp
Slide 32 - Quizvraag
Waardoor is Mississippi de ziekste staat van de VS?
