Oppervlakte en inhoud T3

1.

1 cm hoort bij...
Je spreek dit uit als: 1 centimeter.
A
inhoud
B
lengte
C
oppervlakte
D
weet ik niet
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

1.

1 cm hoort bij...
Je spreek dit uit als: 1 centimeter.
A
inhoud
B
lengte
C
oppervlakte
D
weet ik niet

Slide 1 - Quizvraag


2.
1 cm² hoort bij...
Je spreekt dit uit als: 1 vierkante centimeter
A
inhoud
B
lengte
C
oppervlakte
D
weet ik niet

Slide 2 - Quizvraag


3.
1 cm3 hoort bij...
Je spreekt dit uit als: 1 vierkante centimeter
A
inhoud
B
lengte
C
oppervlakte
D
weet ik niet

Slide 3 - Quizvraag

4. Gaan we nu kijken naar het volume.
Wat is een ander woord voor volume?
A
oppervlakte
B
maat
C
inhoud
D
grootte

Slide 4 - Quizvraag

5. Welke twee gegevens heb je nodig om de inhoud van een cilinder te berekenen?
A
omtrek en lengte
B
pi en straal
C
oppervlakte grondvlak en hoogte
D
oppervlakte grondvlak en omtrek

Slide 5 - Quizvraag


6. Hoe bereken je de inhoud?
A
lengte x breedte
B
lengte x breedte x hoogte
C
oppervlakte grondvlak x hoogte
D
anders...

Slide 6 - Quizvraag

7. Hoe bereken je de inhoud van een prisma?
A
lengte x breedte
B
lengte x opp. grondvlak
C
opp. grondvlak x hoogte
D
opp. grondvlak x breedte

Slide 7 - Quizvraag

8. De formule voor de inhoud van een cilinder en een prisma is hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

9. Hoe bereken je de inhoud van een kubus, balk, prisma en een cilinder?
A
oppervlakte grondvlak x hoogte x 1/3
B
oppervlakte grondvlak x hoogte

Slide 9 - Quizvraag

10. Oppervlakte van een driehoek
A
lengtebreedte:2
B
zijdebijbehorendehoogte:2
C
lengtebreedte
D
zijdebijbehorendehoogte

Slide 10 - Quizvraag

11. Wat is de oppervlakte van de driehoek hiernaast?
A
364mm2
B
390mm2
C
336mm2
D
108mm2

Slide 11 - Quizvraag

12.
Oppervlakte cirkel: ...
A
straalXstraalXπ
B
straalXπ
C
diameterXπ
D
diameterXπXπ

Slide 12 - Quizvraag

13. Bereken de oppervlakte
van de cirkel.

A
5Xπ=15,71cm2
B
5x5=25cm²
C
5X5Xπ=78,54cm2
D
10Xπ=31,41cm2

Slide 13 - Quizvraag

14.Welke figuren bereken je voor de oppervlakte van dit figuur?
A
2x een cirkel en een rechthoek
B
cirkel en een half rondje
C
lengte x breedte x hoogte

Slide 14 - Quizvraag

15.
Omtrek cirkel: ...
A
straalXstraalXπ
B
straalXπ
C
diameterXπ
D
diameterXπXπ

Slide 15 - Quizvraag

16. De middellijn is hetzelfde als de
A
straal
B
diameter
C
cirkel
D
omtrek

Slide 16 - Quizvraag

17. Hoe bereken je de inhoud van een piramide en kegel?
A
oppervlakte grondvlak x hoogte
B
oppervlakte grondvlak x hoogte x 1/3
C
lengte x breedte x hoogte
D
alle getallen die je ziet x elkaar

Slide 17 - Quizvraag

18. Bereken de inhoud van de kegel.
A
125cm3
B
392,6cm3
C
98,2cm3
D
32,7cm3

Slide 18 - Quizvraag

19. Welke formule hoort bij de inhoud van een piramide?
A
opp grondvlak x h :3
B
1/3 x l x b x h = inhoud piramide
C
Opp grondvlak x h

Slide 19 - Quizvraag

20. Van welke figuren bereken je de inhoud met
Inhoud = opp. grondvlak x hoogte
A
vierkant
B
kubus
C
cilinder
D
piramide

Slide 20 - Quizvraag