3.1 Hoe ga jij geld verdienen - editie 7

3.1 Hoe ga jij geld verdienen
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen een werknemer en een werkgever.
  • Ik kan gegevens uit een staafdiagram aflezen.
  • Ik kan vier voorbeelden geven van zaken die in een arbeidsovereenkomst staan.
  • Ik kan uitleggen voor wie een cao geldt en wat erin geregeld wordt.
  • Ik kan een nettoloon bereken.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

3.1 Hoe ga jij geld verdienen
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen een werknemer en een werkgever.
  • Ik kan gegevens uit een staafdiagram aflezen.
  • Ik kan vier voorbeelden geven van zaken die in een arbeidsovereenkomst staan.
  • Ik kan uitleggen voor wie een cao geldt en wat erin geregeld wordt.
  • Ik kan een nettoloon bereken.

Slide 1 - Tekstslide

Heb jij momenteel een baantje?
ja
neen, maar ik ben op zoek
neen, ik ben ook niet op zoek

Slide 2 - Poll

Slide 3 - Video

3.1 Hoe ga jij geld verdienen?
Werknemer en werkgever
  • werkgever: Iemand die mensen in dienst heeft.
  • werknemer: Iemand die werkt voor een baas en betaald wordt.

Slide 4 - Tekstslide

Steven heeft een shoarmazaak en twee mensen in dienst. Steven is een...
A
Werknemer
B
Werkgever

Slide 5 - Quizvraag

Wesley werkt bij de McDonalds achter de kassa. Hij is...
A
Werkgever
B
Werknemer

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een vacature?
A
Een vacature is een manier om te solliciteren
B
Een vacature is een baan die niet mee beschikbaar is
C
Een vacature is een baan die vrij is
D
Een vacature is een manier om te solliciteren

Slide 7 - Quizvraag

3.1 Hoe ga jij geld verdienen?
Vacature
  • Werkgever vraagt naar personeel.
  • Soort advertentie.
  • Kandidaten bieden zich aan door te solliciteren.

Slide 8 - Tekstslide

Wat wil je weten als
je ergens gaat werken?

Slide 9 - Woordweb

3.1 Hoe ga jij geld verdienen?
Arbeidsovereenkomst
Werknemer en werkgever sluiten een arbeidsovereenkomst:
  • Soort werk
  • De arbeidsvoorwaarden (loon, uren, vakantiedagen)?

Slide 10 - Tekstslide

Arbeidsovereenkomst?

Slide 11 - Woordweb

Wat staat er in je arbeidsvoorwaarden? Noem er minimaal twee.

Slide 12 - Open vraag

HORECA
ZORG
BOUW
LAND
BOUW
VERVOER
DETAIL
HANDEL
verpleger
metselaar
barman
chauffeur
varkensboer
timmerman
vakkenvuller
tuinier
bloemist
planner
koerier
dokter
kok
loodgieter
loonwerker
fruitteler
elektricien
ober
afwasser
juwelier
chirurg

Slide 13 - Sleepvraag

3.1 Hoe ga jij geld verdienen?
CAO - Collectieve Arbeidsovereenkomst
  • Afspraken die voor alle werkgevers en werknemers binnen een bedrijfstak gelden.
  • Een bedrijfstak is een verzameling van gelijksoortige bedrijven (bv. zorg).
  •  Werktijden, loon, vakantiedagen

Slide 14 - Tekstslide

bedrijfstak
overheid

Slide 15 - Woordweb

3.3 Hoe is het geregeld?
Brutoloon
Brutoloon is je uurloon X het aantal gewerkte uren

bijv. je verdient 13,78 per uur
je hebt 64 uren gewerkt
dan is je brutoloon: 13,78 x 64 = 881,92

Slide 16 - Tekstslide

3.1 Hoe ga jij geld verdienen?
Brutoloon
Brutoloon = uurloon x het aantal gewerkte uren

bijv. je verdient 13,78 per uur
je hebt 64 uren gewerkt
dan is je brutoloon: 13,78 x 64 = 881,92

Slide 17 - Tekstslide

3.1 Hoe ga jij geld verdienen.
Nettoloon
Je nettoloon is wat je daadwerkelijk op je bankrekening krijgt

brutoloon - belastingen en premies = nettoloon


Slide 18 - Tekstslide

Je brutoloon is 881,92. Maar er gaan nog 51,64 aan sociale premies af en nog 135,86 aan loonbelasting
Wat wordt dan je nettoloon?

Slide 19 - Open vraag

3.1 Hoe ga jij geld verdienen
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen een werknemer en een werkgever.
  • Ik kan gegevens uit een staafdiagram aflezen.
  • Ik kan vier voorbeelden geven van zaken die in een arbeidsovereenkomst staan.
  • Ik kan uitleggen voor wie een cao geldt en wat erin geregeld wordt.
  • Ik kan een nettoloon bereken.

Slide 20 - Tekstslide