In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Toets Hoofdstuk
Lineaire formules en vergelijkingen
Slide 1 - Tekstslide
Hoeveel punten heb je minimaal nodig om een rechte lijn te tekenen?
A
1
B
2
C
3
D
8
Slide 2 - Quizvraag
Wat voor grafiek is de somgrafiek van twee lijnen?
A
Dat is geen grafiek
B
Dat is een rechte lijn
C
Een gebogen lijn
D
een cirkel
Slide 3 - Quizvraag
Wat is in de vergelijking 8x − 5 = 11x + 22 het rechterlid?
A
11x
B
8x - 5
C
22
D
11x + 22
Slide 4 - Quizvraag
De groene lijn heeft de formule Y = 2x - 4 De richtingscoëfficiënt is....... (kies antwoord A, B, C of D)
A
2x - 4
B
- 4
C
2
D
2x
Slide 5 - Quizvraag
De richtingscoëfficiënt van een lijn is de verticale verplaatsing gedeeld door de horizontale verplaatsing
Bereken de richtingscoëfficiënt van lijn m
De richtingscoëfficiënt is......
A
De richtingscoëfficiënt is 2,5
B
De richtingscoëfficiënt is 1
C
De richtingscoëfficiënt is 2
D
De richtingscoëfficiënt is 0,4
Slide 6 - Quizvraag
Bij de rode lijn k hoort een formule van de vorm y = ax + b
Wat is de formule van lijn k?
A
y = x + 1/2
B
y = x + 2
C
y = -x -1
D
y = 2x -1
Slide 7 - Quizvraag
los op 4x = 20 Wat is de waarde van de x?
A
x = 4
B
x =20
C
x = 5
D
x = 0,2
Slide 8 - Quizvraag
Los op: 2a + 2 = -20 wat is de waarde van de a?
A
a = 11
B
a = -11
C
a = 9
D
a = -9
Slide 9 - Quizvraag
Los op: 5x + 8 = 63 Wat is de waarde van de x?
A
x = 55
B
x = 14,2
C
x = 7,875
D
x = 11
Slide 10 - Quizvraag
Los op: 4 + 2x = x + 3 Wat is de waarde van de X?
A
x = 2
B
x = -1
C
x = 7
D
x = -7
Slide 11 - Quizvraag
Werk de haakjes weg: 5 (x + 8) De oplossing is:
A
5x + 40
B
5x + 8
C
5 + x + 8
D
5x² + 40
Slide 12 - Quizvraag
Werk de haakjes weg - (4 - 5x) De oplossing is:
A
-4 -5x
B
-4 + 5x
Slide 13 - Quizvraag
Los op 5(x - 1) = 2x + 4 De waarde van de x is...
A
x = 1/7
B
x = 3
Slide 14 - Quizvraag
Gegeven is de formule y= -4x + 7 Ligt het punt A(3,-5) op de grafiek?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Een echte denkvraag! tip: maak een vergelijking en bereken de x waarde. Het linkerlid van de vergelijking ziet er zo uit: 1,5 - 0,05x = bedenk hoe het rechterlid er uit ziet en bereken de x waarde.
Een bos tulpen wordt in een vaas met 1,5 liter water gezet. Een bos rozen wordt in een vaas met 1,8 liter gezet. De tulpen hebben per dag 0,05 liter water nodig en de rozen 0,08 liter. Na hoeveel dagen zit er evenveel water in de vazen?
A
Dat weet ik niet want ik
heb geen verstand van
tulpen en rozen.