6.1: Zintuigenstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1,3

6.1 Zintuigenstelsel

Leerdoelen

1. Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.

2. Je kunt aangeven waar gezichtszintuigen, gehoorzintuigen en evenwichtsorganen liggen

3. Je weet wat adequate prikkels zijn

Prikkels en impulsen

Wat gebeurt er met een prikkel?

Elk zintuig heeft zintuigcellen

In zintuigcellen ontstaan impulsen ('elektrische seintjes')

De impulsen gaan naar de hersenen

Dit is een aantekening

Adequate prikkel: prikkel waar zintuigcellen op reageren

Impuls

geur, licht etc

Drempelwaarde

Voordat een impuls ontstaat moet de prikkel sterk genoeg zijn

--> de prikkel moet boven de drempelwaarde zijn

Gewenning en motivatie

Na een tijdje minder impulsen bij dezelfde prikkel = gewenning

Bijv:

- De druk van kleding op je huid

- Geluiden in je omgeving

Motivatie kan drempelwaarde beïnvloeden:

Bijv:

- Bij aandachtig luisteren kan je geluiden beter horen

Aan de slag in stilte 

Blz. 64 in werkboek

Verplicht: 1 en 2

Daarna, kies uit:

Makkelijk: opdracht 3

OF

Moeilijk: opdracht 4

Tip: lees 6.1 als je het nog niet begrijpt.

Ben je klaar? Maak de andere opgaven 

Hoe ontstaat een impuls?

Wat is een adequate prikkel?

Basisstof 2.

Voelen, ruiken en proeven