Les 2 Bouwbesluit deel 2 klas 2 periode 1

Bouwbesluit II
Herhaling
Lesdoel:
  • Na deze les weten jullie meer over het bouwbesluit
  • Weten jullie wat een bouwverordening is
  • Het verschil tussen gebruiksfuncties en gebruiksruimten

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfskundeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bouwbesluit II
Herhaling
Lesdoel:
  • Na deze les weten jullie meer over het bouwbesluit
  • Weten jullie wat een bouwverordening is
  • Het verschil tussen gebruiksfuncties en gebruiksruimten

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het bouwbesluit?
Het bouwbesluit is een document met alle bouwtechnische voorschriften voor alle bouwwerken in Nederland en dient de veiligheid van jouw en de mensen om je heen te waarborgen. Het stelt voorschriften aan “het geheel of gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk”, ofwel “verbouwen”. Het bouwbesluit is sinds 1992 van kracht en zorgt er voor dat alle bouwvoorschriften in heel Nederland gelijk zijn. Omdat de regels voor iedereen gelijk zijn, weet iedereen in de bouwwereld precies waar hij aan toe is. Het bouwbesluit dat momenteel gehanteerd wordt is het bouwbesluit 2012. Echter komt het wel eens voor dat er wijzigingen aangebracht worden in het bouwbesluit. Zo zijn er sinds 1 januari 2020 weer een aantal dingen gewijzigd, zoals de BENG-eisen (de eisen voor bijna-energieneutraal bouwen) en nieuwe voorschriften die betrekking hebben op installatiegeluid zoals die van warmtepompen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welke voorschriften kun je vinden in het Bouwbesluit?
A
voorschriften m.b.t. het bestemmingsplan
B
technische voorschriften
C
voorschriften over vergunningsvrij bouwen
D
voorschriften over de hoogte van een gebouw

Slide 4 - Quizvraag

Een bouwwerk mag geen gevaar opleveren voor
A
gebruikers, bewoners en omgeving
B
bezoekers
C
de omgeving
D
eigenaren

Slide 5 - Quizvraag

Een bouwwerk moet altijd voldoen aan de eisen uit het Bouwbesluit!
A
verschilt per gemeente
B
nee
C
alleen vergunningsplichtige bouwwerken
D
ja

Slide 6 - Quizvraag

BB Het is verboden te bouwen wanneer:
  • Een bouwwerk niet voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit 
  • Een bouwwerk niet aan de eisen van de gemeentelijke Bouwverordening voldoet.
  • Er wordt gebouwd in afwijking van de bouwvergunning   
Eigenaren zijn ervoor verantwoordelijk dat een gebouw voldoet aan de diverse eisen van het Bouwbesluit en de Bouwverordening.
Overtreding is een economisch een delict geworden, waardoor hogere straffen mogelijk zijn.
Economische delicten zijn misdrijven die worden gepleegd vanuit economisch oogpunt. (ook witwassen en handelen in illegaal vuurwerk valt hieronder)

Slide 7 - Tekstslide

Noem ten minste 4 verschillende gebruiksfuncties

Slide 8 - Open vraag

Dit staat op de website van de rijksoverheid

Slide 9 - Tekstslide

Wie bepaalt de gebruiksfunctie van een gebouw?
A
eigenaar
B
gebruiker
C
aanvrager van de omgevingsvergunning
D
gemeente

Slide 10 - Quizvraag

Kunnen er meerdere gebruiksfuncties in één gebouw liggen?
A
ja
B
nee
C
Dit is afhankelijk van de functie van het gebouw
D
Dit kan alleen bij een tijdelijk bouwwerk

Slide 11 - Quizvraag

Bouwverordening & Model-bouwverordening (MBV) 
Verordening is een ander woord voor wet. Een bouwverordening is een plaatselijke, gemeentelijke wet die iedere gemeente in Nederland dient op te stellen. Hierin staan Extra regels naast de technische eisen gesteld in het bouwbesluit. De gemeentelijke bouwverordening bevat ook de niet-bouwtechnische eisen voor het bouwen zoals stedenbouwkundige voorschriften, regels voor het gebruiken van gebouwen voor het slopen en de manier van handhaving door de gemeente. Uitgangspunt voor een bouwverordening is de Modelbouwverordening 1992 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Slide 12 - Tekstslide

Lesopdracht bouwverordening, https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR95540
Zoek in groepjes van twee de bouwverordening van jou wijk op. A) Welke eisen vallen op?
B) Wat vind je van de extra gestelde eis voor jou wijk?
C) Wat zou jij graag in de bouwverordening van jou wijk zien? Maak deze vragen voor zowel jou woongebied als die van jou teamgenoot. Jullie krijgen hiervoor 20 minuten, 10 min per deelnemer.

Slide 13 - Tekstslide

Wat bedoelen we met gebruiksoppervlak (GO)?
A
bruto vloeroppervlak
B
netto vloeroppervlak
C
oppervlak van gebruiksfunctie
D
vloeroppervlak wat gebruikt wordt

Slide 14 - Quizvraag

Een voorbeeld van een verblijfsruimte is
A
badkamer
B
garage
C
toilet
D
slaapkamer

Slide 15 - Quizvraag

Geef 5 voorbeelden van eisen die gesteld worden aan een verblijfsruimte

Slide 16 - Open vraag

Lesopdracht
Maak weer groepjes van 2.
Omschrijf het verschil tussen onderstaande vloeroppervlakten.
Noem daarbij ook een voorbeeld.
  1.   
  2.   
  3.   
  4.                Gebruiksfunctie en Type (bouwbesluit online)


Slide 17 - Tekstslide

In welk hoofdstuk van het
Bouwbesluit worden
eisen gesteld voor het
hekwerk op de afbeelding?
A
gezondheid
B
energiezuinigheid
C
bruikbaarheid
D
veiligheid

Slide 18 - Quizvraag

In welk hoofdstuk van het bouwbesluit
worden eisen gesteld voor een trap?

A
gezondheid
B
energiezuinigheid
C
veiligheid
D
bruikbaarheid

Slide 19 - Quizvraag

In welke hoofdstuk worden eisen
gesteld voor luchtverversing/
ventilatie?
A
gezondheid
B
energiezuinigheid
C
veiligheid
D
bruikbaarheid

Slide 20 - Quizvraag

In welk hoofdstuk van het Bouwbesluit worden eisen gesteld met betrekking tot daglicht?
A
gezondheid
B
energiezuinigheid
C
veiligheid
D
bruikbaarheid

Slide 21 - Quizvraag

In het Bouwbesluit worden eisen gesteld voor de warmteweerstand van een uitwendige scheidingsconstructie zoals bgg vloer, gevel en dak. In welk hoofdstuk kun je deze eisen vinden?
A
gezondheid
B
energiezuinigheid
C
veiligheid
D
bruikbaarheid

Slide 22 - Quizvraag

In een nieuwbouwwoning moet de vrije hoogte van een verblijfsruimte minimaal 2600mm zijn. In welk hoofdstuk van het Bouwbesluit wordt dit voorgeschreven?
A
gezondheid
B
energiezuinigheid
C
veiligheid
D
bruikbaarheid

Slide 23 - Quizvraag