Wat heb je geleerd? Les 1

WAT HEB JE GELEERD?
En wat heb je onthouden?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WAT HEB JE GELEERD?
En wat heb je onthouden?

Slide 1 - Tekstslide

"Soep proeven"
Je hebt de lesstof nu geoefend.

Je gaat jouw "soep" dus nu voor het eerst proeven.

Is jouw "soep" al lekker?
Of kun je jouw "soep" nog lekkerder maken? 
Blijft herhalen door te oefenen. 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel

Ik weet welke windrichtingen er zijn en ken ze uit mijn hoofd.  

Slide 3 - Tekstslide

Amber rijdt vanuit het hotel naar het uitkijkpunt. In welke richting rijdt Amber? (blz. 125)

Slide 4 - Open vraag

Amber rijdt vanuit het hotel naar de bootverhuur. In welke richting rijdt

Tip: Teken eerst een windroos.

Slide 5 - Open vraag

Vanaf het uitkijkpunt rijdt Amber naar het noordwesten. Ze parkeert haar auto aan het einde van de weg.
Waar parkeert Amber haar auto?

Slide 6 - Open vraag

Vanaf de bootverhuur rijdt Amber naar het noordoosten. Ze parkeert haar auto aan het einde van de weg.
Waar parkeert Amber haar auto?

Slide 7 - Open vraag

Er waait een zuidoostenwind.
Waar waait de wind naartoe?
(blz. 125)

Slide 8 - Open vraag

Er waait een noordoostenwind.
Waar waait de wind naartoe?

Slide 9 - Open vraag

Daarna fietst Fieke van knooppunt 96 naar knooppunt 95.
In welke richting fiets zij?

Slide 10 - Open vraag

Er waait een noordenwind.
Waar waait de wind naartoe?

Slide 11 - Open vraag

Leerdoel

 Ik kan een vak aflezen in een plattegrond.  

Slide 12 - Tekstslide

In welk vak in de bovenstaande afbeelding ligt de rode stip?

Slide 13 - Open vraag

In welk vak in bovenstaande afbeelding ligt de haven? (Ga op zoek naar het zwarte bootje.)

Slide 14 - Open vraag

In welk vak in bovenstaande afbeelding ligt het NS station?

Slide 15 - Open vraag

Leerdoel

 • Ik weet wat een assenstelsel is.
• Ik weet wat een horizontale as en de verticale as is.
• Ik weet wat de oorsprong is. 

Slide 16 - Tekstslide

Welk begrip wordt er bij 2 bedoeld?
A
assen
B
horizontale as (x-as)
C
verticale as (y-as)
D
oorsprong

Slide 17 - Quizvraag

Welk begrip wordt er bij 3 bedoeld?
A
assen
B
horizontale as (x-as)
C
verticale as (y-as)
D
oorsprong

Slide 18 - Quizvraag

Welk begrip wordt er bij 1 bedoeld?
A
assen
B
horizontale as (x-as)
C
verticale as (y-as)
D
oorsprong

Slide 19 - Quizvraag

Leerdoel

 Ik kan een coördinaat correct opschrijven.
Ik kan coördinaten in een assenstelsel aflezen. 

Slide 20 - Tekstslide

Schrijf de coördinaten op van punt A.

Slide 21 - Open vraag

Schrijf de coördinaten op van punt B.

Slide 22 - Open vraag

Schrijf de coördinaten op van punt C.

Slide 23 - Open vraag

Schrijf de coördinaten op van punt D.

Slide 24 - Open vraag

Schrijf de coördinaten op van punt E.

Slide 25 - Open vraag

Schrijf de coördinaten op van punt A.

Slide 26 - Open vraag

Schrijf de coördinaten op van punt B.

Slide 27 - Open vraag

Schrijf de coördinaten op van punt C.

Slide 28 - Open vraag

EVALUATIE
eindopdracht:
Wat heb je geleerd?
A
Ik begrijp alles en heb ook alles goed gemaakt.
B
Ik begrijp alles, maar heb wel wat onnodige fouten gemaakt.
C
Ik begrijp nog niet alles, maar door te blijven oefenen zal dit goedkomen.
D
Ik begrijp nog te weinig en heb daarom nog extra hulp nodig.

Slide 29 - Quizvraag


Blijf 3 keer per week oefenen, zodat het in je lange termijngeheugen blijft zitten. 

SUCCES!

Slide 30 - Tekstslide