Les 2 - H6 -> 1HVf/1hh

Na 3 minuten...
  • Woen18/02
Maken Learnbeat
3.3. Opdr. 1 t/m 13
















timer
3:00
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Na 3 minuten...
  • Woen18/02
Maken Learnbeat
3.3. Opdr. 1 t/m 13
















timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Cijfer toets dinsdag bekend
  • Herhalen H6
  • Uitleg Mainport Schiphol

Slide 2 - Tekstslide

timer
3:00
Door globalisering neemt de in- en uitvoer van Nederland toe. Leg met een voorbeeld uit waarom dat zo is.

Slide 3 - Woordweb

Welke van deze landen zit NIET in de Europese Unie?
A
Slowakije
B
Slovenië
C
Servië
D
Estland

Slide 4 - Quizvraag

Globalisering is een toename van wat?
A
internationalisering
B
uitwisseling van goederen en diensten tussen landen
C
steeds mondialer worden van de economie
D
alle drie

Slide 5 - Quizvraag

Welke van deze landen zit niet in de EU, maar doet wel mee met de Euro?
A
Malta
B
Cyprus
C
Montenegro
D
Verenigd Koninkrijk

Slide 6 - Quizvraag

Welke land gaat uit de Europese Unie?
A
Engeland
B
Groot-Brittannië
C
Brittannië
D
Verenigd Koninkrijk

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen vandaag
Aan het eind van deze les kun je:

Aangeven waarom Schiphol belangrijk is voor de wereld

Aangeven waarom Nederland aantrekkelijk is voor buitenlandse bedrijven

Slide 8 - Tekstslide

H6. Nederland in de wereld

Slide 9 - Tekstslide

Dit onderzoeken door....

  • §2. Hoe zien de internationale contacten van Nederland eruit?
  • §3. Waarom is Schiphol een mainport?
  • §4. Waarom is de haven van Rotterdam een mainport?

Slide 10 - Tekstslide

H6: Welke internionale contacten heeft Nederland en waarom zijn ze zo belangrijk?

Slide 11 - Tekstslide

Internationale contacten

Slide 12 - Tekstslide

Schiphol mainport

Slide 13 - Tekstslide

Haven Rotterdam

Slide 14 - Tekstslide


Paragraaf 3. Mainport Schiphol

Slide 15 - Tekstslide

Wat weet je van Schiphol?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Video

Schiphol
Ook een knooppunt in goederenstromen, mainport Schiphol! 


Slide 18 - Tekstslide

Hub en Spokes
Schiphol is de hub (as) van een groot aantal vluchten. Veel mensen moeten hier overstappen op een intercontinentale vlucht. 
Hierdoor zijn kleinere vliegvelden verbonden met Schiphol door spokes (spaken)

Slide 19 - Tekstslide

Hub en spoke
40% van de reizigers zijn transferpassagiers, deze stappen dus over van de ene vlucht naar de andere vlucht op Schiphol. 

Slide 20 - Tekstslide

Achterland
Door een goede verbinding met lucht-, snel- en spoorwegen heeft Schiphol goede verbindingen met het achterland

Slide 21 - Tekstslide

Personenverkeer
Schiphol is een mainport.
Transferpassagiers: Mensen die overstappen op een andere vlucht
Op Schiphol is dat 40%!

Er is een goede verbinding met het achterland
Trein, taxi, bus of vliegtuig.

Slide 22 - Tekstslide


Stuk goederen

los verpakte goederen


Massagoederen

Goederen die los in het ruim, tank of laadbak worden vervoerd

Vrachtverkeer

Slide 23 - Tekstslide

Vrachtverkeer
Schiphol is knooppunt voor reizigersverkeer.
In vergelijking met Rotterdam niet veel vracht. 

Alleen stukgoederen die de hoge kosten waard zijn zoals: 
- Goederen die snel bederven
- Goederen die maar kort gebruikt worden
- Goederen die zo snel mogelijk ergens anders moeten zijn. 

Slide 24 - Tekstslide

Waarom is Schiphol gunstig voor bedrijven?


Goede vestigingsplaats voor multinationals omdat: 
- de Werknemers alle delen van Europa snel kunnen bereiken

Slide 25 - Tekstslide

Oefenen
Wat? Learnbeat: 
3.3. Opdr. 1 t/m 13. 
Hoe? Zs
Hoelang? 15 min.
Klaar? Zelf nakijken en herhalingsopdrachten maken.
timer
15:00

Slide 26 - Tekstslide








Testen wat je nu al weet

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een multinational?
A
Een groot bedrijf in Nederland
B
Een groot bedrijf met vestigingen in meerdere landen
C
Een klein ambachtelijk bedrijf
D
Gezellige koffietent

Slide 28 - Quizvraag

Welke mainport in Nederland is het grootst?
A
Haven van Rotterdam
B
Schiphol
C
Haven van Amsterdam
D
Airport Eindhoven

Slide 29 - Quizvraag

Wat wordt op Schiphol het meeste vervoerd?
A
Stukgoederen
B
Massagoederen
C
Mensen
D
Dieren

Slide 30 - Quizvraag

Welke soort stukgoederen wordt NIET op Schiphol vervoerd?
A
Geneesmiddelen
B
Computers
C
Kleding
D
Groente

Slide 31 - Quizvraag

Wat hoort niet bij het achterland van Schiphol?
A
Groningen
B
Amsterdam
C
Berlijn
D
Ze horen er allemaal bij

Slide 32 - Quizvraag

Exit-ticket
Pak je leerdoel!

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag
Aan het eind van deze les kun je:

Aangeven waarom Schiphol belangrijk is voor de wereld

Aangeven waarom Nederland aantrekkelijk is voor buitenlandse bedrijven

Slide 34 - Tekstslide