Dictee oefenen Alfa B 1.4

de klas
de flim
hij praat
pestn
ik durf
ze schaamt zig

verliefd
de stad
1 / 18
volgende
Slide 1: Sleepvraag
ISKVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

de klas
de flim
hij praat
pestn
ik durf
ze schaamt zig

verliefd
de stad

Slide 1 - Sleepvraag

Vul het goede woord in:
Ze ging met hem naar de ................

Slide 2 - Open vraag

Vul het goede woord in:
Ze wil niet meer naar .................

Slide 3 - Open vraag

Vul het goede woord in.
Hij was best ........................

Slide 4 - Open vraag

Vul het goede woord in.
Milka ............... met hem naar de stad.

Slide 5 - Open vraag

Maak het woord van de letters:
ed flmi

Slide 6 - Open vraag

Maak het woord van de letters:
ijh aaprt

Slide 7 - Open vraag

Maak het woord van de letters:
psteen

Slide 8 - Open vraag

Maak het woord van de letters:
iuewne

Slide 9 - Open vraag

Maak het woord van de letters:
ki udfr

Slide 10 - Open vraag

Wat is dit?

Slide 11 - Open vraag

Wat doet hij?

Slide 12 - Open vraag

Wat is dit?

Slide 13 - Open vraag

Typ alle dictee woorden

Slide 14 - Woordweb

Welk woorden zijn goed?
A
Ez schaamt zich, Ze doe mee.
B
Ze schaamt zich, ze doen mee.
C
Ze schaamt zig, Ze doen me.
D
Ze schamt zich, ze deon mee.

Slide 15 - Quizvraag

Welke woorden zijn goed?
A
Verliedf, ik dufr, de lkas
B
Vrliefd, ki durf, ed klas.
C
Verliefd, ik durf, de klas
D
Verlifd, ik duurf, de klaas.

Slide 16 - Quizvraag

Welke woorden zijn goed?
A
zij beslis, zoekn, ut
B
zj beslist, zeoken, iut
C
zij belsist, zoken, tui
D
zij beslist, zoeken, uit

Slide 17 - Quizvraag

Je bent klaar!

Je mag nu kiezen:

- Dicteewoorden oefenen op papier of
- Junior Einstein of
- Lezen in je leesboek

Slide 18 - Tekstslide