Bovenbouw 17-06

Mevrouw de Cuba
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deberes
-Leer toetsstof

Hoofdstuk 6: 
Presente perfecto
ser estar hay 

Opdrachten: hoofdstuk 6, C, D helemaal en E 

Hoofdstuk 4: 
Het werkwoord ir
de ontkenning 

Opdrachten: 
D grammatica, La negación  I grammatica 



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡A trabajar!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presente perfecto =
HABER + VOLTOOID DEELWOORD

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presente Perfecto

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Presente perfecto

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdsindicatoren
Belangrijk is om tijdsindicatoren te leren herkennen, deze geven een "hint".

Bij de presente perfecto kun je in zinnen en teksten de volgende tijdsindicatoren tegenkomen:
Hoy, esta mañana, este verano, este fin de semana, hace 5 minutos, hast ahora, ya / todavía no, nunca etc.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Esta semana yo .............................. a Barcelona.
A
ha viajado
B
he viajido
C
he viajado
D
ha viajido

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Nosotros ............................. en Perú este verano.
A
he estando
B
hemos estado
C
he estido
D
hemos sido

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nosotros.............(ser) buenos estudiantes.
Presente perfecto
A
somos
B
fuimos
C
hemos sido
D
éramos

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

presente perfecto:
escribir, yo
A
he escribido
B
he escribirido
C
he escrito
D
he escrido

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

presente perfecto:
hacer, vosotros
A
habéis hacido
B
han hecho
C
he hacedo
D
habéis hecho

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gramática: ser/estar/hay:

Mi habitación ... al lado del baño
A
está
B
es
C
hay
D
somos

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gramática: ser/estar/hay:
En mi habitación ... una cama, un escritorio y un póster de Shakira
A
está
B
es
C
hay
D
somos

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

SER/ESTAR/HAY/:
Aquí _____ muchos supermercados.
A
son
B
hay
C
tiene
D
están

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gramática: ser/estar/hay:

Mi habitación ... bonita y moderna
A
está
B
es
C
hay
D
somos

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gramática: ser/estar/hay:

Mi habitación ... de color rosa
A
está
B
es
C
hay
D
somos

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hay, ser of estar?

Las paradas ....... en la ciudad.
A
hay
B
están
C
son
D
está

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hay, ser of estar?

Pedro ....... español.
A
son
B
están
C
es
D
está

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hay, ser of estar?

En el pueblo ___ tres escuelas.
A
estáis
B
están
C
son
D
hay

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Selma

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontkenning

- Hoe maak je een ontkenning in het Spaans?
- Niemand?
- Niets?
- Nooit?
- Plaats in de zin?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1. Grammática: 
Negación (Ontkenning)
Wat is een ontkenning?
No, nada, nadie, nunca
Plaats in de zin

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué es una negación?
De docent is nergens te bekennen.
Ze is niet in de klas vandaag. 
Maar er is geen uitval.
Dit gebeurt nooit.
Niemand had dit kunnen weten.


Slide 28 - Tekstslide

Ik heb op het bord wat voorbeelden van ontkenningen in het Nederlands geformuleerd. 

De ontkenning binnen de zin heb ik met rood aangegeven.
Ontkenning

- Hoe maak je een ontkenning in het Spaans? 'No' vóór het vervoegde ww.
- Niemand? No ... (a) nadie.
- Niets? No ... nada.
- Nooit? No ... nunca.
- Plaats in de zin? 'No' staat altijd vóór het vervoegde werkwoord, en nadie/nada/nunca staat achter de persoonsvorm/het gezegde (=alle ww)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Negación Ontkenning
Om een zin ontkennend te maken, zet je het woord je 'no' vóór de persoonsvorm:


WEL
NIET
Vivo en una ciudad.
No vivo en una ciudad.
Aquí hay una farmacia.
Aquí no hay una farmacia.
Tú lees un libro.
no lees un libro.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is de zin ontkennend?
La asignatura no es aburrida
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En nuestra escuela no tenemos que llevar uniforme
No voy nunca en autobús
Siempre tengo un montón de deberes
No hay nadie en el comedor
Sí, es una negación
Sí, es una negación
No, no es una negación
Sí, es una negación

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is ontkennend?
A
Me gusta ir a la escuela
B
El supermercado está cerca de mi casa
C
No tengo que hacer mis deberes
D
Cada día voy a la escuela a pie

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de zin ontkennend?
no voy al instituto en bici
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

No tengo hermanos 
No vivo en Amsterdam

¡No!, no hablo español
Paula no come nada 
No hay nadie en casa

No voy nunca al cine

Geen 
Niet
Nee
Niets
Niemand
Nooit

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de zin ontkennend?
Me gusta ir al instituto
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¡A trabajar!

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies