Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Modale werkwoorden tegenwoordige tijd
Modale werkwoorden
Tegenwoordige tijd
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo, vwo
Leerjaar 2,3
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Modale werkwoorden
Tegenwoordige tijd
Slide 1 - Tekstslide
Vervoeg de modale werkwoorden.
(mögen) Er ........... seine Lehrerin nicht.
Slide 2 - Open vraag
Vervoeg de modale werkwoorden:
(können) Ich ............... gut kochen
Slide 3 - Open vraag
Vervoeg de modale werkwoorden.
(können) Ihr ........... heute nicht ins Kino gehen.
Slide 4 - Open vraag
Vervoeg de modale werkwoorden.
(dürfen) Ihr ........... heute nicht ins Kino gehen.
Slide 5 - Open vraag
Welke uitgangen krijgen de modale werkwoorden bij ich en er/sie/es?
A
-
B
e
C
t
D
en
Slide 6 - Quizvraag
modale werkwoorden
Hunde _____ mit in diesen Park.
A
darf
B
darfst
C
dürfen
D
dürft
Slide 7 - Quizvraag
Modale werkwoorden
Ihr _____ diese Aufgabe machen.
A
muss
B
musst
C
müssen
D
müsst
Slide 8 - Quizvraag
Welke van de vervoegde modale werkwoorden is fout?
A
sall
B
muss
C
darf
D
kann
Slide 9 - Quizvraag
Vervoeg de modale werkwoorden.
(wissen) Du ........... noch nicht alles über mich.
Slide 10 - Open vraag
Modale werkwoorden
_____ Sie wie spät es ist?
A
weiß
B
weißt
C
wissen
D
wisst
Slide 11 - Quizvraag
modale werkwoorden
In Restaurants _____ er auch mit Kreditkarte zahlen.
A
kann
B
kannst
C
können
D
könnt
Slide 12 - Quizvraag
modale werkwoorden
Sander ...... (können) dir helfen.
A
kann
B
könnt
C
können
D
kannst
Slide 13 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(willen) Er ..... noch Hausaufgaben.
A
woll
B
wollt
C
willt
D
will
Slide 14 - Quizvraag
Modale werkwoorden
..... (wissen) Sie, wo H&M ist?
A
weiß
B
weißen
C
wissen
D
weißt
Slide 15 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(lusten) ..... du Spinat?
A
mögst
B
möge
C
magst
D
mage
Slide 16 - Quizvraag
Modale werkwoorden
Du ..... (wissen) es bestimmt!
A
weiß
B
weißen
C
wissen
D
weißt
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de ik-vorm van het modale werkwoord können?
A
kann
B
kannt
C
könn
D
könnt
Slide 18 - Quizvraag
Wat is geen modale werkwoord?
A
Dürfen
B
müssen
C
können
D
gehen
Slide 19 - Quizvraag
modale werkwoorden
Ihr ...... (können) es nicht sehen
A
kann
B
kannst
C
können
D
könnt
Slide 20 - Quizvraag
Modale werkwoorden
Ihr _____ diese Aufgabe machen.
A
muss
B
musst
C
müssen
D
müsst
Slide 21 - Quizvraag
Modale werkwoorden
Ich ..... (dürfen) es euch nicht sagen
A
dürfen
B
darf
C
dürft
D
dürf
Slide 22 - Quizvraag
Modale werkwoorden
Maxine ..... (müssen) noch viel lernen.
A
muss
B
müss
C
müssen
D
musst
Slide 23 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(moeten) Ich ....... meine Zähne putzen.
A
muss
B
müss
C
musse
D
müsse
Slide 24 - Quizvraag
Vul de juiste vorm in van het modale werkwoord.
(moeten) Er ..... noch Hausaufgaben machen?
A
müss
B
müust
C
muss
D
musst
Slide 25 - Quizvraag
Wat betekent het modale werkwoord: dürfen?
A
moeten
B
durven
C
mogen ( aardig vinden)
D
mogen ( toestemming hebben)
Slide 26 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
23/9 vwo 3 mwu Modale werkwoorden tegenwoordige tijd
September 2024
- Les met
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Modale werkwoorden
29 dagen geleden
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Modale werkwoorden
13 dagen geleden
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Modale werkwoorden
Februari 2023
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Modale werkwoorden tegenwoordige tijd
September 2024
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo, vwo
Leerjaar 2,3
Les 18
April 2024
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3VWO Modale werkwoorden
Oktober 2024
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Modale werkwoorden tegenwoordige tijd
Mei 2024
- Les met
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k, havo, vwo
Leerjaar 2,3