Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Unit 7 Selftest
Unit 7 Selftest
1 / 53
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
In deze les zitten
53 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Unit 7 Selftest
Slide 1 - Tekstslide
Today's planning:
Today's planning:
- uitleg Selftest
- maken Selftest A t/m F
Slide 2 - Tekstslide
edition.thiememeulenhoff.nl
Slide 3 - Link
Vocabulary
A + B Vocabulary
Slide 4 - Tekstslide
C = Comparisons
Slide 5 - Tekstslide
Degrees of Comparison
Slide 6 - Tekstslide
Comparatives and superlatives
Trappen van vergelijking
-
Comparative
: vergrotende trap
-
Superlative
: overtreffende trap
Box A is
small.
Box B is
small
er
than box A.
Box C is the
small
est
of all.
A
B
C
Slide 7 - Tekstslide
Comparatives and superlatives
Woorden van 1 lettergreep:
- Comparative:
-er
-
Superlative
:
-est
old
old
er
old
est
Slide 8 - Tekstslide
Comparatives and superlatives
1. Bijvoeglijk naamwoord eindigt op een -e,
gebruik dan
-r
en
-st.
larg
e
large
r
large
st
Spellingsregels:
2. Bijvoeglijk naamwoord eindigt op medeklinker + y,
gebruik dan
-ier
en
-iest.
hap
py
happ
ier
happ
iest
Slide 9 - Tekstslide
Comparatives and superlatives
h
ot
hot
ter
hot
test
Spellingsregels:
3. Bijvoeglijk naamwoord eindigt op 1 klinker (a, e, i, o, u)
+ 1 medeklinker, medeklinker verdubbelen
b
ig
big
ger
big
gest
Slide 10 - Tekstslide
My house is (big) ...
than yours.
Slide 11 - Open vraag
Who is the (rich) ...
woman on earth?
Slide 12 - Open vraag
Who is the (good) .... football player in the world?
A
better
B
gooder
C
goodest
D
best
Slide 13 - Quizvraag
What is your ... (bad) subject at school?
A
badder
B
worse
C
worst
D
baddest
Slide 14 - Quizvraag
as ... as
Als je wilt zeggen dat 2 dingen
(bijna) hetzelfde zijn
dan gebruik je
as ... as
(net zo ... als)
Abdul is
as
tall
as
Liam.
Jasper is
as
old
as Lynn
.
Colin is almost
as lazy
as
Selina.
Slide 15 - Tekstslide
D = Should / Shouldn't
When do you use
should or shouldn't
?
Should = zou moeten
Should
n't
= zou
niet
moeten
Slide 16 - Tekstslide
She _____ tell lies.
A
should
B
shouldn't
Slide 17 - Quizvraag
The boy ________ stop cleaning.
A
should
B
shouldn't
Slide 18 - Quizvraag
I'm hungry. You .......eat something.
A
should
B
shouldn't
Slide 19 - Quizvraag
I _______ study harder for tests.
A
should
B
shouldn't
Slide 20 - Quizvraag
Gebruik should/shouldn't:
Lars ...(do) his homework.(positieve zin)
Slide 21 - Open vraag
Gebruik should/shouldn't:
You ... (do) that to her. (-)
Slide 22 - Open vraag
We____celebrate. It's your birthday.
A
should
B
have to
C
must
D
shoudn't
Slide 23 - Quizvraag
E = To be going to....
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Weet je het nog?? :)
Welke (3)vormen van to be zijn er?
A
am/have /are
B
am/is/are
C
have/has/are
D
he/she/it
Slide 26 - Quizvraag
They ....... going to help her.
A
Is
B
Are
C
Am
Slide 27 - Quizvraag
Jenny ...... going to go to school later.
A
am
B
are
C
is
Slide 28 - Quizvraag
Ik ken 'to be' (am/is/are)
A
Yep
B
Nope
Slide 29 - Quizvraag
De vorm (+):
I
am
going to
hele werkwoord
He/she/it
is
going to
hele werkwoord
we/you/
they
are
going to
hele werkwoord
Slide 30 - Tekstslide
De vorm (-):
I
am
not
going to
hele werkwoord
He/she/it
is
not
going to
hele werkwoord
we/you/
they
are
not
going to
hele werkwoord
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
I_______ going to watch TV.
A
am
B
is
C
are
Slide 33 - Quizvraag
They _____ going to go to school.
A
Am
B
Are
C
Is
Slide 34 - Quizvraag
She ... ... (walk) home
A
am going to walk
B
is going to walk
C
are going to walk
Slide 35 - Quizvraag
He__________ (sing) that song.
A
am going to sing
B
is going to sing
C
are going to sing
Slide 36 - Quizvraag
The team ... (win).
instinker!!
A
are going to win
B
is going to win
Slide 37 - Quizvraag
Maak vragend:
We are going to travel.
A
Are going to we travel?
B
Going to we are travel?
C
Are we going to travel?
Slide 38 - Quizvraag
Maak een goede vraag:
... they going to help her?
A
Is
B
Isn’t
C
Am
D
Are
Slide 39 - Quizvraag
Maak een goede vraag:
What .... we going to do?
A
is
B
are
C
am
Slide 40 - Quizvraag
F = Possesive pronouns
This is
my
car --> This car is
mine
He is
your
brother --> that brother is
yours
That book is from
him
--> that book is
his
Slide 41 - Tekstslide
Possessive pronouns
= bezittelijke voornaamwoorden
Deze woorden geven aan dat iets van iemand is (bezitting)
Je kunt op 2 manieren zeggen dat iets van jou of iemand anders is
-->
Slide 42 - Tekstslide
Slide 43 - Tekstslide
Is this cup________?
A
your
B
yours
Slide 44 - Quizvraag
The coffee is ______
A
my
B
mine
Slide 45 - Quizvraag
He lives in _______ house
A
her
B
hers
Slide 46 - Quizvraag
Don't stand on ______ foot!
A
my
B
mine
Slide 47 - Quizvraag
Where is (I) ______ book?
Slide 48 - Open vraag
She goes to school with (she) _______ brother
Slide 49 - Open vraag
(I) _______ husband and I want to go to Paris
Slide 50 - Open vraag
Bezit
my, your, his, her, its, our, your, their
mine, yours, his, hers, ours, yours, theirs
examples
That is
my
dog - Dat is
mijn
hond
That dog is
mine
- Die hond is
van mij
This is
our
food - Dit is
ons
eten
This food is
ours
- Dit eten is
van ons
Slide 51 - Tekstslide
Give _____ phone back, right now! (Tom)
A
My
B
Your
C
His
D
Theirs
Slide 52 - Quizvraag
Today's planning:
Finish before next lesson:
- uitleg Selftest
- maken Selftest A t/m F
Slide 53 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Unit 7 Selftest A t/m E
November 2022
- Les met
41 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Comparisons and Superlatives
November 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2-4
OPG intermediate 110, 111, 112 Comparatives & Superlatives
November 2021
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Les Unit 2 - Les 2
November 2022
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
FOCUS 2 - 3.2 comparatives + superlatives
Mei 2020
- Les met
46 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Week 3- LA ISK- Unit 1- Music festival- Blink (Havo1)
Oktober 2024
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1,2
Grammar recap unit 5 and 6
April 2019
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
A2c FOCUS 2 - 3.2 comparatives + superlatives
3 dagen geleden
- Les met
47 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2