In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Nieuwsbegrip
Verwijswoorden
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Voorspel waar de tekst over gaat.
Slide 3 - Open vraag
Lees de inleiding
Slide 4 - Tekstslide
Wie zijn er allemaal bij elkaar in Glasgow?
Slide 5 - Open vraag
Lees: klimaat
Slide 6 - Tekstslide
Klimaatverandering is niet niet nieuw. Wat zijn de verschillen met vroeger?
Slide 7 - Open vraag
Aan welke regel kun je dat merken? Schrijf de hele regel op, met hoofdletters en punten.
Slide 8 - Open vraag
Lees: CO2
Slide 9 - Tekstslide
Waarom hebben we broeikasgassen nodig?
Slide 10 - Open vraag
Lees: 1,5 of 2 graden
Slide 11 - Tekstslide
Waarom is het wel duidelijk wat er moet gebeuren, maar niet hoe het moet gebeuren?
Slide 12 - Open vraag
Lees: Meer CO2 in plaats van minder
Slide 13 - Tekstslide
Over welke 3 onderwerpen gaat het bij de klimaattop in Glasgow?
Slide 14 - Open vraag
In regel 1-3 staat: Want hier zijn politici, onderzoekers en journalisten uit bijna alle landen van de wereld bij elkaar. Wat wordt bedoeld met hier?
A
In dit gebouw (onderschrift bij de foto)
B
De stad Glasgow (regel 1)
C
bijna alle landen van de wereld (regel 2)
Slide 15 - Quizvraag
In regel 3 staat: Ze zijn in Glasgow voor een klimaattop. Ze praten over het klimaat. Naar wie verwijst ze? Schrijf op.
Slide 16 - Open vraag
In regel 15 staat: Dat komt vooral door de mensen. Wat wordt bedoeld met dat?
A
Het bekendste gas is CO2 (regel 13)
B
We hebben de gassen nodig (regel 15)
C
De hoeveelheid CO2 stijgt (regel 15)
Slide 17 - Quizvraag
In regel 23 staat: Daar werd afgesproken dat de gemiddelde temperatuur op aarde niet meer dan 1,5 of 2 graden mag stijgen. Wat wordt bedoeld met daar? Schrijf op.
Slide 18 - Open vraag
In regel 24-25 staat: Om dit te halen, mag er in 2050 helemaal geen CO2 meer door mensen in de lucht komen. Wat wordt bedoeld met dit?
A
Het weer wordt extremer (regel 20)
B
Een klimaattop in Parijs. (regel 23)
C
dat de gemiddelde temperatuur niet meer dan 1,5 tot 2 graden stijgt (regel 23-24)
Slide 19 - Quizvraag
4-2-2 schema
Slide 20 - Tekstslide
Welke 4 dingen weet je nu? Noem uit elk stukje tekst 1 ding.
Slide 21 - Woordweb
Welke 2 dingen vind je interessant om te weten?
Slide 22 - Woordweb
Welke 2 vragen heb je nog, na het lezen van de tekst?