Nectar Hfst 1 KGT LES 11 Lesson-up versie
1 / 37
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een orgaanstelsel?
A
alle organen die werken
B
alle organen die bezig zijn met leven
C
alle levende organen
D
alle organen die samenwerken aan 1 taak
Slide 3 - Quizvraag
Noem de 4 geleerde orgaanstelsels.
Slide 4 - Open vraag
Ademhalingsstelsel
verteringsstelsel
Bloedvatenstelsel
Beenderstelsel/skelet
Slide 5 - Sleepvraag
Zet de organen van
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde.
het verteringsstelsel
in de juiste volgorde.
Dunne darm
Slokdarm
Mondholte
Dikke darm
Maag
Anus
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is een organisme?
A
Een deel van een lichaam.
B
Iets dat leeft.
C
Een aantal organen die samenwerken
Slide 7 - Quizvraag
Zet op volgorde van groot naar klein
groot
klein
organenstelsel
cel
organisme
orgaan
Slide 8 - Sleepvraag
Je kunt nauwkeurig naar organismen kijken, horen, voelen, ruiken en zelfs proeven. Dan ben je bezig met........
A
kenmerken
B
waarnemen
C
beschrijven
Slide 9 - Quizvraag
De celkern regelt alles wat in de cel gebeurt
A
goed
B
fout
Slide 10 - Quizvraag
Objectglas
Dekglas
Object
Preparaat
Slide 11 - Sleepvraag
Dit is een voorbeeld van een
A
verrekijker
B
microscoop
C
spiegel
D
loep
Slide 12 - Quizvraag
Waarmee kan je meeldraden van deze madelief bekijken?
A
zonder hulpmiddel
B
met een microscoop
C
met een loep
Slide 13 - Quizvraag
Bij welk nummer op de afbeelding hiernaast zie je een voorwerpglas?
1
2
A
1
B
2
Slide 14 - Quizvraag
Je hebt een bijzondere plant gezien. Hoe kun je aangeven hoe de plant eruit ziet?
A
je doet een waarneming
B
je geeft een beschrijving
C
je maakt een verslag
Slide 15 - Quizvraag
In een schematische tekening van een organisme worden de details weergegeven.
A
goed
B
fout
Slide 16 - Quizvraag
De afbeelding is een voorbeeld van.........
A
kenmerkenkaart
B
zoekkaart
C
stamboom
Slide 17 - Quizvraag
Hoe heet het opzoeken van de naam van een organisme?
A
Zoekkaart
B
Zoekmachine
C
Determineren
D
Dermatologie
Slide 18 - Quizvraag
Sleep de namen van de onderdelen van de microscoop naar de juiste plek.
Oculair
Grote schroef
Revolver
Objectief
Kleine schroef
Lamp
Tafel
Tubus
Statief
Diafragma
Slide 19 - Sleepvraag
Welk orgaanstelsels zie je hier?
A
Ademhalingstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringstelsel
D
Beenderenstelsel
Slide 20 - Quizvraag
Welk orgaanstelsels zie je hier?
A
Ademhalingstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringstelsel
D
Beenderenstelsel
Slide 21 - Quizvraag
Welk orgaanstelsels zie je hier?
A
Ademhalingstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringstelsel
D
Beenderenstelsel
Slide 22 - Quizvraag
Wat bedoelen we met de "onderzoeksvraag"?
A
Daarin staat wat je wilt onderzoeken.
B
Dat de dokter je gaat
onderzoeken
C
Dat het 100 graden
Celsius is.
D
Een vraag over een biologisch verschijnsel
Slide 23 - Quizvraag
Onderzoeksvraag
Benodigdheden
Werkwijze
Resultaten
Conclusie
Metingen, waarnemingen en tellingen
Lijst van spullen die je nodig hebt
Vraag die je met het onderzoek wilt beantwoorden
Wat je door het onderzoek te weten bent gekomen
De beschrijving hoe je het onderzoek gaat doen
Slide 24 - Sleepvraag
Wat betekend het woord "determineren"?
A
Het scherpstellen van de microscoop
B
Een ander woord voor onderzoek doen
C
Het bekijken van een preparaat onder de microcoop
D
Het opzoeken van de naam van een organisme
Slide 25 - Quizvraag
Je ziet een schematische tekening van een cel.
Sleep de onderdelen naar het juiste nummer op de afbeelding.
1
2
3
celkern
celmembraan
cytoplasma
Slide 26 - Sleepvraag
Is dit lijndiagram helemaal correct?
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quizvraag
Zet de stappen van een het doen van een onderzoek op de juiste volgorde, begin bovenaan
Onderzoeksvraag
Werkwijze
Conclusie
Resultaten
Benodigdheden
Slide 28 - Sleepvraag
Natuurgetrouw
Schematisch
Slide 29 - Sleepvraag
Welk diagram gebruik je voor verhoudingen?
A
B
C
D
Slide 30 - Quizvraag
Wat staat er in de conclusie van een onderzoek?
Slide 31 - Open vraag
Teken een lijndiagram van onderstaande tabel. Maak hierna een foto van.
