Bedrijfseconomie lesweek BV en NV

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 2

Welkom

Bedrijfseconomie 

Agenda week 5

Wat hebben we vorige week gedaan?

Eigen vermogen BV en NV

Opdrachten eigen vermogen BV en NV 1 t/m 4 

Leerdoelen week 4

• Weet je wat we verstaan onder aandelenkapitaal 

Weet je waaruit het eigen vermogen bij een NV of BV bestaat aan de hand van de o.a. de begrippen

   maatschappelijk en geplaatst aandelenkapitaal, aandelen in portefeuille en reserves 

• Kun je het eigen vermogen van de BV en NV berekenen

 

- 

- kan ik het eigen vermogen van een NV en BV berekenen.

Onderwerpen/begrippen

Aandelen

Emissie

Nominale waarde

Intrinsieke waarde

Maatschappelijk werkkapitaal

Geplaatst kapitaal

a pari / boven pari

Reserves (agio en algemeen)

Eigen vermogen bij een NV en BV

Net als bij een eenmanszaak en een VOF kunnen we bij een NV en BV ook het eigen vermogen bepalen:

Het eigen vermogen bij een NV en BV bestaat uit:

• aandelen(kapitaal)
• reserves

0

bewijs van eigendom in een besloten of naamloze vennootschap

Maatschappelijk aandelenkapitaal: het maximale bedrag waarvoor de vennootschap aandelen mag uitgeven. Niet alle aandelen hoeven direct te worden verkocht.

geplaatst aandelenkapitaal: aandelen die zijn verkocht

nominale waarde: de waarde die op het aandeel "staat"

Eigen vermogen bij een NV en BV

Het eigen vermogen bij een NV en BV bestaat uit:

• aandelen(kapitaal)                     geplaatst aandelenkapitaal
• reserves

Summa NV oprichten

maatschappelijk aandelenkapitaal:

10 aandelen à €100,-

€1.000,-

Eigen vermogen bij een NV en BV

Het eigen vermogen bij een NV en BV bestaat uit:

• aandelen(kapitaal) : geplaatst aandelenkapitaal                    
• reserves                        winstreserve: deel dat je niet aan de                                                      aandeelhouders uitkeert. 
                                              agioreserve: de prijs (koers) van een                                                      aandeel ligt hoger dan de nominale 
                                              waarde.

Het eigen vermogen van de BV bestaat uit:

1. Obligaties
2. Aandelen vermogen
3. Winstreserve
4. Agio reserve

Opdracht 

Design for real bv start op 1 januari 2020 door een emissie van aandelen.

Er worden 500 aandelen nominaal € 50 verkocht voor € 60.

Opdracht 

Design for real bv start op 1 januari 2020 door een emissie van aandelen.

Er worden 500 aandelen nominaal € 50 verkocht voor € 60.

Vraag a

Geplaatst kapitaal = 500 * € 50 = € 25.000.

b) = € 60,00.

Opdracht 

Design for real bv start op 1 januari 2020 door een emissie van aandelen. 

Er worden 500 aandelen nominaal € 50 verkocht voor € 60.

Vraag b

De agio bedraagt: 500 * (60 – 50) = € 5.000.

Opdracht

Design for real bv start op 1 januari 2020 door een emissie van aandelen. 

Er worden 500 aandelen nominaal € 50 verkocht voor € 60.

Vraag c

Het eigen vermogen van Design for real bv bedraagt: € 25.000 + € 5.000 = € 30.000.

Opdracht 

Design for real bv start op 1 januari 2020 door een emissie van aandelen. 

Er worden 500 aandelen nominaal € 50 verkocht voor € 60.

Vraag d

De intrinsieke waarde van het aandeel bedraagt 30.000 / 500 = € 60,00.

Opdracht 2

Ondernemer Iefke Blijman start het Blijman Opleidingen BV op 1 september 2020. Het eigen vermogen na de emissie van aandelen bedraagt € 250.000 tegen een koers van 125%. De nominale waarde van het aandeel bedraagt € 100.

Opdracht 2 vraag a

Ondernemer Iefke Blijman start het Blijman Opleidingen BV op 1 september 2020. Het eigen vermogen na de emissie van aandelen bedraagt € 250.000 tegen een koers van 125%. De nominale waarde van het aandeel bedraagt € 100.

Vraag a

Geplaatst kapitaal = 250.000 / 125 * 100 = € 200.000. dus aantal geplaatste aandelen is dan: € 200.000/100 = 2.000 stuks.

Opdracht 2 vraag b

Ondernemer Iefke Blijman start het Blijman Opleidingen BV op 1 september 2020. Het eigen vermogen na de emissie van aandelen bedraagt € 250.000 tegen een koers van 125%. De nominale waarde van het aandeel bedraagt
€ 100.

Vraag b

De agioreserve = 250.000 – 200.000 = € 50.000

Opdracht 3

Opdracht 3 vraag a

Opdracht 3 vraag b

Intrinsieke waarde voor winstverdeling is 80.000 / 500 stuks = 

€ 160

Vraag 3 c en d

Opdracht 4 a en b

Opdracht 4 c en d