1.5 Energie

Hst 1.5 Energie
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hst 1.5 Energie

Slide 1 - Tekstslide

Deze les: 
  • Leerdoelen
  • Belangrijke woorden 
  • Vragen over begrippen
  • Uitleg
  • Aan het werk
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • 1 Ik kan het energieverbruik met een kWh-meter aflezen.
  • 2 Ik kan het energieverbruik van een apparaat berekenen.
  • 3 Ik kan de kosten van het energieverbruik berekenen. 

Slide 3 - Tekstslide

Blauwe woorden
  • Energieverbruik
  • kilowatt-uur
  • kilowatt-uur meter
  • kWh-meter

Slide 4 - Tekstslide

Want hierna komen enkele vragen

Slide 5 - Tekstslide


Wat is het vermelde vermogen op het type - plaatje hiernaast?
A
230 Volt
B
0,3 Ampere
C
9 Volt
D
6 Watt

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het vermogen?
A
Hoeveel energie een apparaat per seconde verbruikt.
B
Het aantal uur een batterij meegaat
C
Hoeveel elektrische stroom een apparaat aan kan.
D
Hoeveel energie een apparaat nodig heeft.

Slide 7 - Quizvraag

De eerste lamp heeft een stroomsterkte van 0.5A, wat is de stroomsterkte van de rest van de lampen?
A
0.5A
B
1A
C
0.25A
D
Kan je niet zeggen

Slide 8 - Quizvraag

In een serieschakeling is de stroomsterkte?
A
Gelijk
B
Verdeeld

Slide 9 - Quizvraag

De stroomsterkte
Kies de eenheid van de stroomsterkte
A
Volt
B
Ampère
C
Ohm
D
Watt

Slide 10 - Quizvraag

Stroomsterkte
Welk symbool is de juiste?
A
I
B
R
C
U
D
P

Slide 11 - Quizvraag

Uitleg: Energie meten
Hiernaast zie je een Energie (kWh-meter)
De stand is 6543,7 kWh.
1 Je kunt het energieverbruik met een kWh-meter aflezen

Slide 12 - Tekstslide

Energie meten
Als de stand op 1 januari 6543,7 is
en
op 31 december 7264,8 is,

Hoeveel kWh is er dat jaar verbruikt?
1 Je kunt het energieverbruik met een kWh-meter aflezen

Slide 13 - Tekstslide

Energie meten
Als de stand op 1 januari 6543,7 is
en
op 31 december 7264,8 is,
Hoeveel kWh is er dat jaar verbruikt?

  • Neem de laatste stand (31-12) en trek daar de eerste stand (01-01) vanaf.
  • 7664,8 - 6543,7 =  1121,1 kWh

  • De leverancier zal je dan hiervoor (de 1121,1 kWh) geld vragen.
1 Je kunt het energieverbruik met een kWh-meter aflezen

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg: Energie verbruik berekenen
  • Energie is een totaal gebruik, over een periode
    (Een uur, dag of jaar)
  • De gebruikte energie hangt af van:
    - Het vermogen
    - de tijdsduur (dat apparaat gebruikt  wordt)

  • Formule: Energie = vermogen x tijd
  •                           kWh   =        kW         x    h
2 Ik kan het energieverbruik van een apparaat berekenen.

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg

Slide 16 - Tekstslide

Aan het werk 
Maken: 1.5 t/m vraag 7

Als je klaar bent laat je 't zien aan SJA

Slide 17 - Tekstslide

Onthouden
  • De afkorting van kilowattuur is kWh.
  • Het energieverbruik wordt thuis gemeten met een kilowattuur-meter (kWh-meter).
  • Het energieverbruik bereken je met de formule:
    energie = vermogen × tijd
  • De kosten van energie bereken je met de formule:
    kosten = energie × prijs 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Waar moet je rekening mee houden als je elektrische energie berekend?
A
Vermogen moet in Watt en tijd in seconde
B
Vermogen in kW en tijd in uren
C
Spanning in ampère en stroom in volt
D
de andere antwoorden zijn allemaal fout

Slide 20 - Quizvraag

Hulp
  • Lees de lesstof (nog eens) door 
    In je boek of online NOVA
  • Vraag een klasgenoot
  • mail SJA
    (sja@scholenaanzee.nl) 

Slide 21 - Tekstslide

Extra stof

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide