In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Ontdek het lymfestelsel
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je wat het lymfestelsel is, hoe het werkt en welke functies het heeft.
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen weten en begrijpen.
Wat weet je al over het lymfestelsel?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het lymfestelsel?
Het lymfestelsel is een netwerk van
lymfevaten en lymfeklieren dat door
het hele lichaam loopt.
Slide 4 - Tekstslide
Toon een afbeelding van het lymfestelsel en vraag de leerlingen om aandachtig te kijken terwijl je uitlegt wat het is.
Lymfevaten
Lymfevaten zijn vergelijkbaar met bloedvaten, maar in plaats van bloed vervoeren ze lymfevocht.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat lymfevaten zijn en hoe ze zich verhouden tot bloedvaten.
Lymfeklieren
Lymfeklieren zijn kleine, boonvormige organen die helpen bij het filteren van het lymfevocht en het bestrijden van infecties.
Slide 6 - Tekstslide
Beschrijf de functie van lymfeklieren en toon een afbeelding van een lymfeklier.
Lymfeklieren
Zuiveringsstations
Kunnen opzetten bij een infectie
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe werkt het lymfestelsel?
Het lymfestelsel werkt door het lymfevocht door de lymfevaten te pompen met behulp van spiercontracties en kleppen.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit hoe het lymfestelsel werkt en vraag de leerlingen om de belangrijkste punten te herhalen.
Functies van het lymfestelsel
Het lymfestelsel heeft verschillende functies, waaronder het bestrijden van infecties, het opnemen van vetten en het verwijderen van overtollig vocht uit de weefsels.
Slide 9 - Tekstslide
Beschrijf de belangrijkste functies van het lymfestelsel en vraag de leerlingen om voorbeelden te geven van elke functie.
Samenvatting
Het lymfestelsel is een belangrijk onderdeel van ons immuunsysteem en heeft verschillende functies, waaronder het bestrijden van infecties en het opnemen van vetten.
Slide 10 - Tekstslide
Herhaal de belangrijkste punten van de les en geef de leerlingen de kans om eventuele laatste vragen te stellen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.