(foutieve)beknopte bijzin

(Foutieve) beknopte bijzinnen
Havo 3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

(Foutieve) beknopte bijzinnen
Havo 3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat is de beknopte bijzin in:

Vriendelijk lachend, komt Nathalie binnen.
A
Vriendelijk
B
Vriendelijk lachend
C
komt Nathalie
D
komt Nathalie binnen

Slide 3 - Quizvraag

Welke beknopte bijzin is correct?
A
Lekker in onze stoelen liggend, dronken we de koude frisdrank.
B
In roomboter gebraden eet hij het vlees met smaak op.
C
Lopend naar de overkant reed de auto hem bijna aan.
D
Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.

Slide 4 - Quizvraag

Een beknopte bijzin heeft een onderwerp.
A
juist
B
niet juist

Slide 5 - Quizvraag

Bijzin of beknopte bijzin?

Als het vakantie is, slaap ik elke dag uit.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 6 - Quizvraag

Bijzin of beknopte bijzin?

Zonder te kijken staken de kleuters de straat over.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer is een beknopte bijzin foutief?
A
Als er geen persoonsvorm in staat
B
Als er geen onderwerp in staat
C
Als het weggelaten onderwerp niet hetzelfde is als het onderwerp van de hele zin
D
Als er een onvoltooid deelwoord en een infinitief in staat

Slide 8 - Quizvraag

Welke van de volgende is een beknopte bijzin
A
Toen ik vanochtend wakker werd, was mijn wekker nog niet gegaan.
B
Rennend over de gang, botste de jongen tegen de deur.
C
Vandaag ga ik bowlen en morgen gaan we minigolfen.
D
Ik hoop dat mijn familie staat te wachten als ik uit het vliegtuig kom.

Slide 9 - Quizvraag

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Na gegeten te hebben, fietsten we weer verder.
A
Foutief
B
Goed

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer is een beknopte bijzin fout?
A
Als er een pv en ow in staan.
B
Als de ow niet overeenkomen.
C
Als er geen pv en ow in staan.
D
Als het getal van de ow verschilt.

Slide 11 - Quizvraag

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?
Lopend naar de overkant, reed de auto hem bijna aan.


A
Foutief
B
Goed

Slide 12 - Quizvraag

Wat laat je weg in een beknopte bijzin?
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Persoonsvorm en onderwerp
D
Werkwoorden

Slide 13 - Quizvraag

In een beknopte bijzin staan geen werkwoorden.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Eindelijk thuisgekomen, ging hij meteen naar bed.
A
Foutief
B
Goed

Slide 15 - Quizvraag

Vind de beknopte bijzin met ‘te + infinitief’

A
De stemming goed aanvoelend sloot Elsbeth de vergadering.
B
Na te zijn opgenomen in het hospitaal ontving zij kaartjes.
C
De portemonnee, gevonden op straat, bleek leeg te zijn.

Slide 16 - Quizvraag

Foutieve beknopte bijzin of een goede beknopte bijzin?

Na koffie gedronken te hebben, reed de bus verder.
A
Foutief
B
Goed

Slide 17 - Quizvraag

Ik begrijp de beknopte bijzin
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
goed genoeg

Slide 18 - Quizvraag

Onderstaande zin bevat een foutieve beknopte bijzin. Wat is een juiste verbetering?

Pas na uren onderhandeld te hebben, kon de prachtige klassieke Jaguar van inspecteur Morse eindelijk van eigenaar wisselen.
A
Pas na uren te hebben onderhandeld, kon de prachtige klassieke Jaguar van inspecteur Morse eindelijk van eigenaar wisselen.
B
Pas nadat inspecteur Morse uren had onderhandeld, kon zijn prachtige klassieke Jaguar eindelijk van eigenaar wisselen.
C
Pas nadat de prachtige klassieke Jaguar van inspecteur Morse uren had onderhandeld, kon hij eindelijk van eigenaar wisselen.
D
anders, namelijk...

Slide 19 - Quizvraag

Bij school aangekomen, bleken zijn boeken nog thuis te liggen.
A
Beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 20 - Quizvraag

Denkend aan zijn mooie vakantie werd het fotoalbum doorgebladerd.

Bovenstaande zin bevat een ... ?
A
beknopte bijzin
B
foutief beknopte bijzin

Slide 21 - Quizvraag

Is deze zin een gewone bijzin of een beknopte bijzin?
Genietend van de opkomende zon wandelt Lidewij over het strand.
A
gewone bijzin
B
beknopte bijzin

Slide 22 - Quizvraag

Liggend op zijn badmat las Achmad zijn dagblad.
A
Goede beknopte bijzin
B
Foutief beknopte bijzin

Slide 23 - Quizvraag

Denkend aan zijn mooie vakantie werd het fotoalbum doorgebladerd.
A
Goede beknopte bijzin
B
foutief beknopte bijzin

Slide 24 - Quizvraag

Lachend werden de pizza's in de houtoven getopt.
A
Goede beknopte bijzin
B
foutief beknopte bijzin

Slide 25 - Quizvraag

In staat van dronkenschap verkerend, vond de agent hem in de goot.
A
Goede beknopte bijzin
B
foutief beknopte bijzin

Slide 26 - Quizvraag

De beknopte bijzin
Beknopt = korter / ingekort

  1. Een beknopte bijzin heeft geen onderwerp
  2. Een beknopte bijzin heeft geen persoonsvorm
  3. Een beknopte bijzin heeft als vorm: te + infinitief, of
  4. Een beknopte bijzin heeft als vorm: voltooid deelwoord of onvoltooid deelwoord.

Slide 27 - Tekstslide

De foutieve beknopte bijzin
Als een beknopte bijzin niet klopt (omdat het ow in de hoofd- en bijzin niet hetzelfde zijn), is er sprake van een foutieve beknopte bijzin.

In een foutieve beknopte bijzin is het denkbeeldig onderwerp in de beknopte bijzin anders dan in de hoofdzin.
The end

Slide 28 - Tekstslide

Maken:
blz. 124 en 125, opdr 1 t/m 3 ( = huiswerk)
blz. 128 en 129, opdr. 1 t/m 4

Slide 29 - Tekstslide