Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3.4
3.4
1 / 12
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
12 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
3.4
Slide 1 - Tekstslide
Today is the....of....
It is....
Mission: Unit 3 les 4
Grammar- intro en oefenen met
must/should/ have to- moeten
- Valentine's Day
Slide 2 - Tekstslide
Must / have to / should
hulpwerkwoorden=moeten
kan je ze nooit als enige werkwoord in de zin gebruiken. Er moet altijd
een werkwoord bij
.
I
must
go
. I
have to
go
. I
should
go.
uitleg -een filmje
Slide 3 - Tekstslide
Giving instructions
- You
should
add some spicy herbs at this point. It's tastes better.
- You
should
have a difficult password.
- You
have to
have everything at hand.
- You
have to
stir carefully.
- I
must
not forget to add salt, otherwise it will taste bland.
Slide 4 - Tekstslide
Must / have to / should (= moeten)
Must
have to / has to
should
I
must
be on time.
I
must
stop for a red traffic light.
- My mum said I
have to
do the dishes.
- he/she/it
has to do
the homework.
- You
should
try that new chocolate flavour!
- You
should
visit your grandma. It's nice of you.
- het moet van jezelf
- het is een regel
- het moet van iemand anders
- het is een tip/advies
- het is netjes
Slide 5 - Tekstslide
Online oefenen
http://digitalcampus.free.fr/Level2/Unit24/SubUnit242/QCMChooseBest01.jqz.htm
I MUST practise my soccer skills every week.
This is one of the most important questions we HAVE TO answer.
You SHOULD finish your homework first.
Moet van iemand anders
Moet van een regel / van jezelf
ZOU EIGENLIJK MOETEN (advies)
Slide 6 - Sleepvraag
Have to, must, should.
I ____ study today. I really want to get a good grade for my test.
A
has to
B
have to
C
must
D
should
Slide 7 - Quizvraag
Vul in: have to, must of should.
I _____ go straight ahead here. it's a one way street.
A
has to
B
must
C
should
D
geen van drie
Slide 8 - Quizvraag
Have to, must, should.
Children ____ go to school.
A
have to
B
has to
C
must
D
should
Slide 9 - Quizvraag
Have to, must, should.
In the UK all children ____ wear a uniform.
A
have to
B
has to
C
must
D
should
Slide 10 - Quizvraag
Have to, must, should.
You ____ save some money if you want to buy an expensive phone in the future.
A
has to
B
have to
C
must
D
should
Slide 11 - Quizvraag
Unit 3 les 4
Ex.4 p.141
oefenen must/ have to / should via versterk jezelf (modals)
-Valentine's Day
Slide 12 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
11-12-23
December 2023
- Les met
11 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
week 2 task 2
Januari 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Chapter 2 - Arts and Crafts
December 2022
- Les met
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Recap Present Perfect vs Past Simple + Modals
Juni 2022
- Les met
29 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Modals
Juni 2022
- Les met
17 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
S3.4 Reading
December 2023
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Flexles Modals
December 2022
- Les met
10 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Flexles Modals
Januari 2025
- Les met
10 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3