Bio Erfelijkheid

Bio Erfelijkheid
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BioMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Bio Erfelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Homozygoot
betekent:
A
De eigenschappen van het chromosomenpaar zijn gelijk
B
De eigenschappen van het chromosomenpaar zijn verschillend.
C
Ze van hetzelfde geslacht houden.
D
Ze van het zelfde geslacht zijn.

Slide 2 - Quizvraag

Bij geslachtelijke voortplanting zijn alle nakomelingen ____
A
erfelijk gelijk
B
hetzelfde
C
tweeling
D
verschillend

Slide 3 - Quizvraag

Met een hoofdletter en een kleine letter Rr bedoelen we _____
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot recessief
C
Heterozygoot
D
Heterozygoot dominant

Slide 4 - Quizvraag

Dominante eigenschappen op de genen zie je ____
A
altijd in het fenotype
B
soms in het genotype
C
nooit in het genotype
D
nooit in het fenotype

Slide 5 - Quizvraag


Taaislijmziekte is een ernstige erfelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een recessief gen (r). Mensen die het dominante gen (R) bezitten, hebben de ziekte niet. Clara is zwanger. Bij Clara wordt een vruchtwaterpunctie uitgevoerd. Hierbij wordt met een naald wat vruchtwater opgezogen. In het vruchtwater bevinden zich losse cellen van het embryo. Door deze cellen te onderzoeken kan bepaald worden of het embryo genen voor taaislijmziekte heeft.
Het onderzoek wijst uit dat de baby geen taaislijmziekte zal krijgen. Welk genotype of welke genotypen kan de baby hebben?
A
alleen rr
B
alleen Rr
C
alleen RR
D
RR of Rr

Slide 6 - Quizvraag

Taaislijmziekte is een ernstige erfelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een recessief gen (r). Mensen die het dominante gen (R) bezitten, hebben de ziekte niet. Clara is zwanger.
Clara haar DNA wordt ook onderzocht en zij blijkt drager te zijn van taaislijmziekte.
Wat is Clara haar genotype?
A
Homozygoot recessief
B
Homozygoot dominant
C
Heterozygoot
D
Dat kun je niet weten

Slide 7 - Quizvraag

Twee ouders zijn heterozygoot voor de bruine oogkleur.
Bruine ogen is dominant over blauwe.
Wat is het genotype van de ouders? Gebruik de letters A of a

Slide 8 - Open vraag

Twee ouders zijn heterozygoot voor de bruine oogkleur.
Bruine ogen is dominant over blauwe.
Wat is het fenotype van de ouders?
(Schrijf: "kleur ogen")

Slide 9 - Open vraag

Twee ouders zijn heterozygoot voor de bruine oogkleur. Bruine ogen is dominant over blauwe. Ze krijgen een eeneiige tweeling: Guus en Kees.
Guus heeft blauwe ogen. Hoe groot is de kans dat Kees ook blauwe ogen heeft?
A
0%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 10 - Quizvraag

Twee ouders zijn heterozygoot voor de bruine oogkleur. Bruine ogen is dominant over blauwe. Ze krijgen een eeneiige tweeling: Guus en Kees.
Guus heeft blauwe ogen. Wat kan het genotype(n) zijn van Guus?
A
alleen aa
B
alleen AA
C
Aa of AA
D
Aa of aa

Slide 11 - Quizvraag

Het kunnen rollen van je tong is afhankelijk van de aanwezigheid van een dominant gen.
Een zwangere moeder, die haar tong niet kan rollen, krijgt een kind met een vader die dit wel kan. Deze vader is heterozygoot voor deze eigenschap.
Wat is het genotype van de moeder?
A
AA
B
Aa
C
aa
D
kan je niet weten

Slide 12 - Quizvraag

Het kunnen rollen van je tong is afhankelijk van de aanwezigheid van een dominant gen.
Een zwangere moeder, die haar tong niet kan rollen, krijgt een kind met een vader die dit wel kan. Deze vader is heterozygoot voor deze eigenschap.
Wat is het genotype van de vader?
A
AA
B
Aa
C
aa
D
kan je niet weten

Slide 13 - Quizvraag

De Manx is een staartloze kat.
De eigenschap staartloos is het gevolg van het dominante gen B.
Voor fokkers van dit ras doet zich het volgende probleem voor: homozygoot staartloze jongen zijn niet levensvatbaar. Ze sterven voor de geboorte.
Wat is het genotype van een levende staartloze kat?
A
BB
B
Bb
C
bb
D
kan je niet weten

Slide 14 - Quizvraag