DVR_Les 9_ Imperfecto + adverbios

¡Hola!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekBeroepsopleiding

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

¡Hola!

Slide 1 - Tekstslide

¡Hablemos!
¿Cómo te llamas? Me llamo ...
¿Cuántos años tienes? Tengo ...
¿Dónde vives? Vivo en ...
¿Cómo eres? Soy ...
¿Qué hiciste el fin de semana? Yo ...
¿Qué has hecho hoy? Yo he ...
¿Qué hacías en la escuela primaria? Yo ...
¿Qué deporte practicabas en la "brugklas"? Yo ...

Slide 2 - Tekstslide

Pretérito Imperfecto

Gewoontes uit het verleden beschrijven. 
        > Antes trabajaba de actriz.
           [vroeger werkte zij als actrice] 

Mensen, dingen of situatie in het verleden beschrijven.
         > En la escuela primaria, yo jugaba al fútbol. 
            [Ik speelde voetbal op de basisschool]
         > Cuando era joven, mi abuelo tenía el pelo negro. 
            [Toen mijn opa jong was, had hij zwaarte haar] 


Slide 3 - Tekstslide

Pretérito Imperfecto

Tijdsaanduidingen [tijd-woorden]

Vroeger= ANTES
Elke zomer; elke zondag= CADA verano; CADA domingo
Iedere dag= CADA día/TODOS los días
Toen ik klein, jong was= CUANDO ERA pequeño, joven 
Toen ik 10 was= CUANDO TENÍA 10 años
In de jaren 90= En los años 90
Altijd= SIEMPRE

Slide 4 - Tekstslide

Pretérito Imperfecto

Slide 5 - Tekstslide

Pretérito Imperfecto

3 onregelmatige werkwoorden:

SER: Era/Eras/Era/Eramos/Erais/Eran

IR: Iba/Ibas/Iba/Ibamos/Ibais/Iban

VER: Veía/Veías/Veía/Veíamos/Veíais/Veían


Slide 6 - Tekstslide

Describe una rutina de tu niñez. Por ejemplo, que hacías en la escuela primaria

Slide 7 - Open vraag

Maak de zin af...
Cuando tenía 10 años...

Slide 8 - Open vraag

Maak de zin af...
Cuando conocí a mi amigo,...

Slide 9 - Open vraag

Maak de zin af...
Cuando estaba en la brugklas/ISK,...

Slide 10 - Open vraag

El Adverbio = het bijwoord
Het bijwoord zegt iets over de manier waarop iets gebeurt of gedaan wordt.

Het verschil tussen het bijwoord en het bijvoeglijk naamwoord: 

Een bijvoeglijk naamwoord zegt altijd iets over een zelfstandig naamwoord.

Slide 11 - Tekstslide

El Adverbio = het bijwoord
Je vormt het bijwoord met de vrouwelijke vorm van een bijvoeglijke naamwoord + MENTE.

                      Rápido: Rápidamente

 

Slide 12 - Tekstslide

El Adverbio = het bijwoord
Bijv.nw
bijv.nw vr
bijwoord
rápido
rápida
rápidamente
snel
normal
normal
normalmente
normaal
lamentable
lamentable
lamentablemente
jammer genoeg

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het bijwoord van: cariñoso

Slide 14 - Open vraag

Wat is het bijwoord van: inteligente

Slide 15 - Open vraag

Wat is het bijwoord van: amable

Slide 16 - Open vraag

Wat is het bijwoord van: último

Slide 17 - Open vraag

Wat is het bijwoord van: alegre

Slide 18 - Open vraag

Wat is het bijwoord van: enamorado

Slide 19 - Open vraag

Wat is het bijwoord van: simpático

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Video

¡Gracias!

Slide 22 - Tekstslide