Recap grammar Unit 2

TODAY'S PLAN
- NEWSROUND
- GRAMMAR UNIT 2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

TODAY'S PLAN
- NEWSROUND
- GRAMMAR UNIT 2

Slide 1 - Tekstslide

What did you see on Newsround?

Slide 2 - Woordweb

Recap Grammar Unit 2
In deze LessonUp ga je de grammatica van Unit 2 herhalen.

Slide 3 - Tekstslide

This, that, these or those
Remember when to use this, that, these and those?
  • Enkelvoud: this (dichtbij), that (verder weg).
  • Meervoud: these (dichtbij), those (verder weg).

Slide 4 - Tekstslide

Sleepvraag: This, that, these or those?
Complete the sentences by dragging (slepen) them to either this, that, these or those.
What should be on the dots(...)?

Slide 5 - Tekstslide

This 
That
Those
These
I like ... jumper over here!
Look over there! I like ... blue shirt.
I bought a new pair of shoes. I like ... shoes. 
He is wearing red socks. I like ... socks. 
Look at ... scarves over there! 

Slide 6 - Sleepvraag

Plurals (meervoud)
On the next page, there will be a few words. Write down the plurals of these words. 
(Zet de woorden in het meervoud)

Slide 7 - Tekstslide

Write down the plurals of these words: shoe, church, country, life, roof, video, child, man, pyjamas.

Slide 8 - Open vraag

GRAMMAR Present simple
De present simple was de onvoltooid tegenwoordige tijd. 
Ik loop - jij loopt - hij loopt - wij lopen, etc.
Ik woon in een dorp.
Jij eet altijd brood.
Etc.

Slide 9 - Tekstslide

Sleepvraag: Present simple or not?
Are the following sentences examples of the present simple or not? If they are, drag (sleep) them to present simple
If they are not, drag them to not.

Als de zinnen voorbeelden zijn van present simple, sleep je ze naar present simple. 

Slide 10 - Tekstslide

Present simple
Not
I walk to school every day. 
I live in Heelsum.
I am reading a paper.
I have been looking at birds for an hour now.
It rains a lot in the Netherlands. 
She never leaves me alone. 
She has never walked to school. 

Slide 11 - Sleepvraag

GRAMMAR - Present simple - questions.
Als je een vraag wilt stellen, gebruik je het werkwoord to do.
Do you like school?
Do you know him?
Do you study a lot?
Zie ook blz. 91 in je boek.

Slide 12 - Tekstslide

Maak van deze zin een vraag:
I like to sing.

Slide 13 - Open vraag

Maak van deze zin een vraag:
You dance a lot.

Slide 14 - Open vraag

Maak van deze zin een vraag:
We have a hobby.

Slide 15 - Open vraag

Maak van deze zin een vraag:
He plays a lot of video games.

Slide 16 - Open vraag

Maak van deze zin een vraag:
He draws an apple.

Slide 17 - Open vraag

Maak van deze zin een vraag:
You have got football today.
(Let op 'to have got'!)

Slide 18 - Open vraag

The end...
MAAK DE TEST JEZELF VAN UNIT 1

Slide 19 - Tekstslide