Geruststellen

Geruststellen
1.5 Veiligheid!
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Geruststellen
1.5 Veiligheid!

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht:
  • Denk zelfstandig in stilte na en schrijf op:  wat hoort bij    geruststellen?
  • Bespreek in tweetal: maak 1 lijst met minimaal 5 punten
  • Bespreek in viertal: maak samen een lijst met 5 punten
  • Maak een top 3



Slide 2 - Tekstslide

Geruststellen

Slide 3 - Woordweb

Hoe doe je dat, een slachtoffer geruststellen?  
• Kijk het slachtoffer aan.  
• Spreek rustig en vriendelijk. 
• Vraag of je iemand kunt laten bellen.  

Slide 4 - Tekstslide

Denk erom:
  •  Als jij een slachtoffer aanspreekt, blijf dan bij het slachtoffer.  
  • Het slachtoffer moet het gevoel krijgen: “Gelukkig, ik ben  niet alleen! Er wordt voor mij gezorgd.”

Slide 5 - Tekstslide

Rollenspel!!!
  • Kies een duo.
  • Je bereidt de situatie die je krijgt voor.
  • 1 persoon is de cliënt, de ander de hulpverlener.

Elk duo speelt de situatie uit voor de groep. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat zeg je niet?
1.  ‘Oeps’  
Dingen lopen niet altijd zoals je gepland had, maar laat het niet merken. Van verbale reacties als: ‘Oh jee’, ‘Oeps, ‘Nee, hè’, ‘Aiii…’ kan je cliënt onnodig gestrest raken  

Slide 7 - Tekstslide

Wat zeg je niet?
2. ‘Ik begrijp precies hoe u zich voelt’ 
Jouw ervaring is niet precies hetzelfde als die van anderen. 
Je cliënt zit niet te wachten op je persoonlijke verhaal, maar wil dat je helpt.  

Slide 8 - Tekstslide

Wat zeg je niet?
3.  ‘Moet je dát eens zien!’  
Elke uitroep van verbazing of afkeer is uit den boze. Blijf dan professioneel en onbewogen.  
4.  ‘Het had erger kunnen zijn’  
Het kan altijd erger, dat is duidelijk. Maar als je iedereen vergelijkt met het ergste geval, zou dat betekenen dat niemand meer mag klagen of verdrietig mag zijn. Het is niet je taak om een ranglijst van leed te maken, je bent er als steun.   
5. “O, er is niet veel aan de hand, hoor! Het komt goed!”   
Misschien denk je hiermee iemand gerust te stellen, maar wat als je het mis hebt? Je bent geen arts, en ook geen waarzegger. Dat weet je niet. Het kan ernstig zijn. Een goedbedoelde, maar ondoordachte, geruststelling kan vervelende gevolgen hebben. Dus: geen dingen zeggen die je niet zeker weet.  

Slide 9 - Tekstslide

Wat zeg je niet?
    
5. “O, er is niet veel aan de hand, hoor! Het komt goed!”    
Je bent geen arts dus dit weet je niet. Het kan ernstig zijn. Dus: geen dingen zeggen die je niet zeker weet.  

Slide 10 - Tekstslide