M2H&D 17-02-2021
1 / 25
Lesduur is: 80 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Het zegt iets over een persoons vorm.
(example: Jill is BEAUTIFUL.)
(example: Jill is BEAUTIFUL.)
A
Adverb
(Bijwoord)
B
Adjective
(bijvoegelijke naamwoord)
Slide 6 - Quizvraag
Het zegt iets over een werkwoord.
(example: Jill paints BEAUTIFULLY)
(example: Jill paints BEAUTIFULLY)
A
adverb
(bijwoord)
B
adjective
(bijvoegelijke naamwoord)
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
How do you want to learn the adverbs of frequency?
By watching a video.
By reading the information on page 52.
By listening to the teacher?
Slide 10 - Poll
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Wat is een andere woord voor frequentie?
Slide 14 - Woordweb
Slide 15 - Tekstslide
I ________ to the cinema.
A
often go
B
go often
Slide 16 - Quizvraag
She _______ me at home.
A
visits sometimes
B
sometimes visits
Slide 17 - Quizvraag
The Northern Lights _____ green.
A
are usually
B
usually are
Slide 18 - Quizvraag
She ____ late.
A
always is
B
is always
