In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
STARRT-methodiek
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je krijgt uitleg over de reflectiemethode STARRT
Je hebt geoefend met de STARRT-methodiek.
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent het woord 'reflecteren'?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Video
Reflecteren en feedback
Slide 5 - Tekstslide
Jezelf een spiegel voorhouden
Feedback geven aan jezelf en leren van je eigen ervaringen
Waarom handelde ik zoals ik deed?
Wat wilde ik ermee bereiken?
Wat was het resultaat?
Slide 6 - Tekstslide
Waarom zo belangrijk?
Helpt bij het ontwikkelen van beroepsvaardigheden
Leidt tot nieuwe kennis en/of inzichten
Draagt bij aan professionalisering
Wat is het verschil tussen evalueren en reflecteren?
Slide 7 - Tekstslide
Evalueren
op gedragsniveau
over een specifiek geval
kijkend naar doelstellingen
Reflecteren
opvattingen en aannames die onder dat gedrag liggen
breder trekken naar andere situaties
het hoe en waarom van je gedrag
Slide 8 - Tekstslide
Zelfreflectie
Er wordt veel zelfreflectie gevraagd van jou. Je kent jezelf tot op zekere hoogte. Je ontdekt tijdens de opleiding nieuwe dingen van jezelf. Dat is het mooie van reflecteren.
Feedback kan jou bewust maken van je blinde vlek. Een blinde vlek noemen wij iets van jezelf waar jij je niet bewust van bent.
Slide 9 - Tekstslide
Wie kent de reflectie methode STARRT?
Slide 10 - Open vraag
Reflecteren = leren over jezelf
Samenwerking met anderen
Gesprekken
Situaties op de BPV
Maken van een opdracht
Slide 11 - Tekstslide
Doel van reflectie
Slide 12 - Tekstslide
Doel van reflectie
Bewust bekwaam handelen: weten wat je doet, hoe je het doet, waarom je het doet en wat de gevolgen van je handelen zijn.
Slide 13 - Tekstslide
Van een afstand kijk je naar
wat je deed
wat je vertelde
wat je vond
wat je dacht
wat je voelde
Slide 14 - Tekstslide
Reflecteren doe je zo
je gaat in gedachten terug naar de situatie
je herhaalt de situatie in je hoofd
je kijkt er van een afstand naar - een helikopterview
Slide 15 - Tekstslide
1
2
3
4
5
Slide 16 - Tekstslide
STARR-methodiek
De meest gebruikte methode om te reflecteren op je eigen handelen, bijvoorbeeld in een reflectieverslag, is de STARR-methode.
STARR staat voor situatie, taak, actie, resultaat, reflectie, transfer.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
STARR- reflectie
Slide 19 - Tekstslide
STARR
situatie
Je beschrijft de context waarin de gebeurtenis plaatsvond.
Wat gebeurde er? Wie waren erbij betrokken? Waar en wanneer speelde het zich af?
Beschrijf puur de feiten en omstandigheden, alsof je vertelt wat er in een film te zien was.
Slide 20 - Tekstslide
STARR
taak
Hierbij gaat het om jouw rol in de situatie.
Wat was jouw opdracht? Wat werd er van je verwacht? Dit kan de taak zijn die je van school, maar maak het ook persoonlijk. Vraag je bijvoorbeeld af wat jij wilde bereiken en jij van jezelf verwachtte.
Slide 21 - Tekstslide
STARR
actie/ aanpak
Vervolgens beschrijf je jouw daadwerkelijke handelingen.
Wat heb je gedaan? Wat heb je gezegd? Probeer ook te onderbouwen waarom je het op die manier hebt aangepakt.
Slide 22 - Tekstslide
STARR
resultaat
Stel jezelf de volgende vragen:
Wat waren de gevolgen van jouw actie?
Hoe reageerden de betrokken personen op wat jij deed?
Het gaat er nog niet om of je hiermee tevreden bent, maar alleen om wat er gebeurde na jouw actie.
Slide 23 - Tekstslide
STARR
reflectie
Hoe vond je dat jij het deed?
Ben je tevreden over de uitkomst of het resultaat van je handelen?
Wat heb je geleerd?
Kun je dit ook toepassen in andere situaties? Wat zou je volgende keer anders doen? Probeer je voor een diepgaande reflectie ook te verplaatsen in de mensen die betrokken waren bij de situatie en je af te vragen wat zij over jouw actie zouden zeggen.
Slide 24 - Tekstslide
Opdracht
Zoek per werkproces een voorbeeld op werk waarop je trots bent.
Schrijf voor dit voorbeeld een STARR-reflectie
Slide 25 - Tekstslide
Opdracht Vandaag
Zoek van 1 werkproces een voorbeeld van werk uit P1 of P2 waarop je trots bent.