5.5 lenen en betalen (KGT)

5.5
Lenen en betalen (KGT)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.5
Lenen en betalen (KGT)

Slide 1 - Tekstslide

5.4 Budgetteren

Slide 2 - Woordweb

To do
- Leerdoelen Paragraaf 5.5
- Uitleg paragraaf 5.5
- Zelfstandig aan de slag
            - opdrachten paragraaf 5.5
            - rekentrainer paragraaf 5.5
- Huiswerk paragraaf 5.5

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat lenen is.
  • Ik kan uitleggen wat de voordelen en nadelen van geld lenen zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Financiering
= De manier waarop geld beschikbaar komt voor een aankoop.

Financieren =
  • ergens geld vandaan halen
  • ervoor zorgen dat je het benodigde geld hebt

Slide 5 - Tekstslide

Lenen

Waarom geld lenen?

  1. Nu iets kopen
  2. Onverwachts dringend geld nodig

Nadelen

1. Je moet de lening terugbetalen
2. Je moet rente betalen?

  • Zou jij zelf geld lenen, waarom wel of niet?


Slide 6 - Tekstslide

Als je leent moet je je budget aanpassen.


Waarom en welke?

Slide 7 - Tekstslide

Vaste lasten moeten omhoog!

Andere budgetten moeten omlaag!

Slide 8 - Tekstslide

Geld lenen
Lenen
Lenen:
geld gebruiken van een ander
  • Je betaalt hiervoor een vergoeding (rente)
  • Geleend geld = SCHULD
  • Schuld terugbetalen = aflossen
  • Let op! Lenen is duurder dan zelf geld sparen

Slide 9 - Tekstslide

Geld lenen
Terugbetalen van een lening in termijnen (of termijnbedragen):

  1. Rente (de vergoeding)
  2. Aflossing (het leenbedrag)

Slide 10 - Tekstslide

Ik begrijp de uitleg van 5.5 en kan nu verder met de opdrachten uit het werkboek.
JA
NEE

Slide 11 - Poll

Aan de slag!
Maak paragraaf 5.5 (werkboek) 
Let op: schrijf berekeningen op!

Klaar? Dan mag je de opdrachten nakijken. 
Nagekeken? Dan maak je nu de rekentrainer van paragraaf 5.5
                                             
                                                      Volgende les: Paragraaf 5.6

Slide 12 - Tekstslide