§7.1 Import of export?

§7.1 Import of export?
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§7.1 Import of export?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
  1. Je weet wat internationale handel is.
  2. Je weet waarom we producten exporteren en waarom we producten importeren.
  3. Je weet wat het verschil is tussen een open en een gesloten economie.
  4. Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn van veranderingen in de wisselkoers voor import en export.
  5. Je hebt paragraaf 7.1 goed begrepen.

Slide 2 - Tekstslide

Bedenk eens wat je de afgelopen week allemaal gegeten hebt. Zat daar iets bij dat uit een ander land dan Nederland komt?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoel 1:
Je weet wat internationale handel is.

Slide 4 - Tekstslide

Internationale handel is…
Als bedrijven producten uit een ander land kopen of er producten aan verkopen, spreek je van internationale handel. 

Die wereldwijde handel gaat steeds makkelijker door beter vervoer. Met containerschepen kun je duizenden containers met goederen op een goedkope manier vervoeren.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Leerdoel 2:
Je weet waarom we producten exporteren en waarom we producten importeren.

Slide 7 - Tekstslide

Welke spullen zouden jij nu niet hebben als er geen handel zou zijn?

Slide 8 - Woordweb

Import

Slide 9 - Tekstslide

                  Export

Slide 10 - Tekstslide

Wat exporteren of importeren?
Goederen en diensten.

Slide 11 - Tekstslide

Volg de geldstroom…
Komt het geld binnen —> export
Gaat het geld naar een ander land —> import

Slide 12 - Tekstslide

Wat als we niet importeren of exporteren?

Slide 13 - Woordweb

Waarom export:

Voor een klein land als Nederland is de export belangrijk om meer te kunnen verkopen. Door meer export moeten we ook meer produceren. Daardoor verdienen bedrijven meer geld en komen er meer banen.
Waarom import:

Nederlandse bedrijven importeren producten …

  • als die in andere landen goedkoper gemaakt worden.
  • als die producten een betere kwaliteit hebben.
  • als bepaalde grondstoffen in ons land niet in de bodem voorkomen.
  • als het Nederlandse klimaat niet geschikt is om bepaalde landbouwproducten hier te laten groeien.
  • omdat we dan meer keuze uit producten hebben.

Slide 14 - Tekstslide

Leerdoel 3:
Je weet wat het verschil is tussen een open en een gesloten economie.

Slide 15 - Tekstslide

Open economie

Een land met naar verhouding veel in- en uitvoer.
Gesloten economie




Slide 16 - Tekstslide

Open economie

Een land met naar verhouding veel in- en uitvoer.

Van alle verkopen is bijvoorbeeld 60% export.
Gesloten economie

Een land met naar verhouding weinig in- en uitvoer.

Van alle verkopen is bijvoorbeeld 5% export.

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoel 4:
Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn van veranderingen in de wisselkoers voor import en export.

Slide 18 - Tekstslide

Ander geld
Geld van een land dat niet de euro heeft, noem je vreemd geld. 

Wisselkoers = dat is de prijs van een bepaalde munt uitgedrukt in een andere munteenheid.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Op het moment dat jij op vakantie in Londen bent, is de wisselkoers van één pond € 1,20. Je koopt een souveniertje van £ 4,20.

Wat kost de souveniertje in €?

Slide 21 - Open vraag

De wisselkoers kan veranderen en dat heeft gevolgen voor in- en uitvoer.
De wisselkoers kan veranderen en dat heeft gevolgen voor in- en uitvoer. Als bijvoorbeeld de waarde van het Britse pond stijgt ten opzichte van de euro, wordt het voor Nederlandse bedrijven duurder producten uit het Verenigd Koninkrijk te kopen. Als de waarde van het pond daalt, worden producten uit het Verenigd Koninkrijk voor ons goedkoper.

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen:
  1. Je weet wat internationale handel is.
  2. Je weet waarom we producten exporteren en waarom we producten importeren.
  3. Je weet wat het verschil is tussen een open en een gesloten economie.
  4. Je kunt uitleggen wat de gevolgen zijn van veranderingen in de wisselkoers voor import en export.
  5. Je hebt paragraaf 7.1 goed begrepen.

Slide 23 - Tekstslide