Klas 2 les 8 schooljaar 2024/2025

Guten Morgen! :)
Ga rustig zitten op jouw plek en leg je spullen op tafel. 

Zodra de tweede bel gaat start jij met de startopdracht: 
= woordzoeker met woorden van H1
 
klaar? vertaal de woorden :) 




 



timer
10:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Guten Morgen! :)
Ga rustig zitten op jouw plek en leg je spullen op tafel. 

Zodra de tweede bel gaat start jij met de startopdracht: 
= woordzoeker met woorden van H1
 
klaar? vertaal de woorden :) 




 



timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Programma: 
- Woordzoeker
- Cijfers 
- Proefwerk inzien 
- Luisteropdracht 
- Herhalingsopdrachten 1 
- Puzzel 
- Herhalingsopdrachten 2 
- 2x aantekening 
- Opdrachten maken 

Slide 2 - Tekstslide

Die Note

2A= 7,5
2B= 7,1
2C= 7,2
2D= 7,4 

Slide 3 - Tekstslide

Einsicht in die Prüfung 
Je mag jouw eigen proefwerk inzien. 
Tel het aantal fouten goed na, dit is niet mijn sterkste punt. 

Mochten er dingen zijn die volgens jou niet kloppen, geef dit dan aan als ik het werk weer kom ophalen. 
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Herhalingsopdracht Kapitel 1 
Open jouw boek op blz. 34 

We luisteren 2x naar 2 fragmenten met de titel "Radiointerview". 

Maak tijdens het luisteren opdracht 3. 
Onderstreep wat overeenkomt met het fragment. 



2
1

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden vraag 3 

Slide 6 - Tekstslide

Opdrachten maken deel I
Opdracht 4,6 & 7 (blz. 34 t/m 36)


timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

7 Antwoord C

Slide 8 - Tekstslide

Puzzeltijd: filipine 
Maak de puzzel met de woorden van hoofdstuk 1
 (Lernbox 4,5,6 blz. 44/45)  

Vertaal de Nederlandse woorden naar het Duits. 

Aan de getallen kun je zien welke letters je vaker kunt invullen. 


timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten maken deel II

Opdracht 6 (1 t/m 5)  op blz.  41

Lees de tekst "Mailfreunde gesucht" en geef aan wie van de jongeren welke uitspraak doet. 
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Open je schrift 
We maken twee aantekeningen! :) 

Schrijf als titel van aantekening 1: "der/die/das" verdieping. 

Je leert hoe je aan woorden kunt zien of je der/die/das moet gebruiken, dit is moeilijke lesstof! 
Noteer het goed! 

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf op:
DER= mannelijke personen, dieren, beroepen, dagen van de week, maanden en jaargetijden. 

DIE= vrouwelijke personen, dieren, beroepen en woorden die eindigen op: -heit, -keit, -ung, -schaft en de meeste woorden op een -e 

DAS= onzijdige personen (Kind/Baby) en woorden die eindigen op -chen en -lein 

Slide 14 - Tekstslide

Check I: kies uit der/die/das
A) ......... Montag
B) .......... Botschaft                                          
C) .......... Blumchen           
D) .......... Wahrheit           
E) .......... September 
F) .......... Buchlein 
G) ......... Sommer 
H).......... Sprache              


timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide

Check I: kies uit der/die/das
A) ....der..... Montag             (dag v/d week)
B) ....die..... Botschaft          (eindigt op -schaft)                                      
C) ....das...... Blumchen       (eindigt op -chen)          
D) ......die.... Wahrheit          (eindigt op -heit)   
E) .....der..... September       (een maand)
F) ......das.... Buchlein          (eindigt op lein)
G) .....der.... Sommer           (is een seizoen)
H)......die.... Sprache           (eindigt op een -e)     


timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Aantekening 2 
Schrijf als titel van aantekening 2:
"persoonlijk voornaamwoord vervangen"


Je leert hoe je woorden kunt vervangen.
 Dit doen wij in het Nederlands ook. 

Bijvoorbeeld: de vader is aardig = hij is aardig
"de vader" kun je vervangen door "hij

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf op! 
Je kunt zelfstandige naamwoorden vervangen door een persoonlijk voornaamwoord. Zo maak je een zin korter.
lidwoord + woord
persoonlijk voornaamwoord
M
der ......
er
V
die .......
sie
O
das .........
es

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeelden: 
Der Vater (M) ist freundlich.           Er ist freundlich. 

Die Mutter (V) ist nett.            Sie ist nett. 

Das Auto (O) ist schön.          Es ist schön.

Slide 19 - Tekstslide

Check II vervang het woord door er,sie of es
A)  die Frau            --> ...........
B)  der Onkel         --> ...........               
C)  die Familie        --> ...........            
D)  das Mädchen   --> ............   
E)  die Tante          --> ............ 
F) das Kaninchen  --> ............           
G) der Großvater   --> ...........


der
er
die
sie
das
es

Slide 20 - Tekstslide

Check II vervang het woord door er,sie of es
A)  die Frau            --> sie
B)  der Onkel         --> er               
C)  die Familie        --> sie            
D)  das Mädchen   --> es  
E)  die Tante          --> sie 
F)  das Kaninchen  --> es           
G) der Großvater   --> er


der
er
die
sie
das
es

Slide 21 - Tekstslide

Opdrachten maken 

Maak de opdrachten op het werkblad ;) 

Dit is herhaling van de geleerde stof. 

Klaar? Maak dan opdracht 2 op blz. 48 (= woordenschat)

Slide 22 - Tekstslide

Voor volgende les: 
Maakwerk: 
Maak het werkblad af en neem deze mee naar de les. 
+ opdracht 2 op blz. 48 (= woordenschat)

Leren: 
Woordjes Lernbox 1 + 2 + grammatica (der/die/das + er/sie/es)

Slide 23 - Tekstslide