werkwoordsoefeningen les 12

Werkwoordsoefeningen les 12
In deze LessonUp kun je oefenen met het vertalen van  werkwoordsvormen. Een aantal woorden uit les 12 komt voorbij, evenals alle werkwoordstijden: praesens, imperfectum, perfectum en plusquamperfectum.
Voor tips kun je ook soms klikken op deze knop met het vraagteken

Er verschijnen dan hints over bijvoorbeeld kenmerkende letters die je op weg kunnen helpen.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordsoefeningen les 12
In deze LessonUp kun je oefenen met het vertalen van  werkwoordsvormen. Een aantal woorden uit les 12 komt voorbij, evenals alle werkwoordstijden: praesens, imperfectum, perfectum en plusquamperfectum.
Voor tips kun je ook soms klikken op deze knop met het vraagteken

Er verschijnen dan hints over bijvoorbeeld kenmerkende letters die je op weg kunnen helpen.

Slide 1 - Tekstslide

Het praesens is een onvoltooide tijd. Welke van onderstaande tijden is dat ook?
A
imperfectum
B
perfectum
C
plusquamperfectum
D
verleden tijd

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van het perfectum incepi?
A
ik begin
B
ik begon
C
ik ben begonnnen
D
ik was begonnen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van het imperfectum consistebam?
A
ik blijf staan
B
ik bleef staan
C
ik ben blijven staan
D
ik was blijven staan

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling van het plusquamperfectum riserat?
A
hij lacht
B
hij lachte
C
hij heeft gelachen
D
hij had gelachen

Slide 5 - Quizvraag

Noteer de vertaling van
paraverant
  1. je ziet een perfectumstam op V
  2. je ziet de kenmerkende letters van ERA
  3. je ziet de uitgang NT

Slide 6 - Open vraag

Noteer de vertaling van
paravi
je ziet een perfectumstam op V

Slide 7 - Open vraag

Noteer de vertaling van
paratis
  1. para-tis
  2. je ziet de praesensstam op A

Slide 8 - Open vraag

Noteer de vertaling van
fuisti
  1. je ziet de uitgang -isti
  2. dit is een vorm van een van de meest onregelmatige werkwoorden die je tot nu toe hebt geleerd

Slide 9 - Open vraag

Noteer de vertaling van
fuistis
  1. je ziet de uitgang -istis

Slide 10 - Open vraag

Noteer de vertaling van
fueramus
  1. je ziet de kenmerkende letters -era-
  2. je ziet de uitgang -mus

Slide 11 - Open vraag

Noteer de vertaling van
fueras
  1. je ziet de kenmerkende letters -era-
  2. je ziet de uitgang -s

Slide 12 - Open vraag

Noteer de vertaling van
respondebas
  1. je ziet de letters -ba-
  2. je ziet de uitgang -s

Slide 13 - Open vraag

Noteer de vertaling van
responderunt
je ziet de uitgang -erunt

Slide 14 - Open vraag

Noteer de vertaling van
responderat
  1. je ziet de kenmerkende letters -era-
  2. je ziet de uitgang -t

Slide 15 - Open vraag

Noteer de vertaling van
duco
  1. je ziet de praesensstam die eindigt op een MK
  2. je ziet de uitgang -o

Slide 16 - Open vraag

Noteer de vertaling van
ducimus
  1. je ziet de praesensstam die eindigt op een MK
  2. je ziet de uitgang -mus
  3. je ziet de bindvocaal -i-

Slide 17 - Open vraag

Noteer de vertaling van
ducebamus
  1. je ziet de kenmerkende letters -ba-

Slide 18 - Open vraag

Noteer de vertaling van
duxit
  1. je ziet de perfectumstam op X: een samentrekking van de medeklinker C + S
  2. je ziet de uitgang -it

Slide 19 - Open vraag

Noteer de vertaling van
duxerant
  1. je ziet de perfectumstam op X: een samentrekking van de medeklinker C + S
  2. je ziet de tusssenletters -era-
  3. je ziet de uitgang -nt

Slide 20 - Open vraag

Noteer de vertaling van
tangitis
  1. tang-i-tis
  2. tang- is de praesensstam op een MK
  3. -i- is een bindvocaal

Slide 21 - Open vraag

Noteer de vertaling van
tangebam
je ziet de kenmerkende letters -ba-

Slide 22 - Open vraag

Noteer de vertaling van
tetigerat
  1. je ziet de onregelmatige perfectumstam tetig-
  2. je ziet de kenmerkende letters -era-
  3. je ziet de uitgang -t

Slide 23 - Open vraag

Noteer de vertaling van
tetigi
  1. je ziet de onregelmatige perfectumstam tetig-
  2. je ziet de uitgang -i

Slide 24 - Open vraag

Einde van deze oefeningen
Je kunt verder oefenen door van de werkwoorden uit les 12 zelf verschillende vormen te maken. Daarmee kun je een overhoring voor jezelf of voor je klasgenoten maken! :)

Slide 25 - Tekstslide