In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 11 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
HC Nederland (1948-2008)
3.2 Economische ontwikkelingen (1978-2008)
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen hoe en waardoor de liberalisering plaatsvond in de Nederlandse samenleving.
Slide 4 - Tekstslide
De oliecrisis 1973
Arabische landen verklaren de oorlog aan Israël.
Nederland steunt Israël
Arabische landen weigeren olie te leveren aan Nederland
Olieprijs blijft na dit conflict hoog met als gevolg een economische crisis
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Liberalisering
Jaren '70:
door economische krimp neemt druk op de verzorgingsstaat toe
Daarnaast:
uitkeringen zo hoog dat werken nauwelijks loonde
Slide 7 - Tekstslide
Kabinet Lubbers
1982: kabinet Lubbers start afbouw verzorgingsstaat (bezuinigingen) en
privatiseren van staatsbedrijven
Maakbare samenleving wordt zelfredzame samenleving
Slide 8 - Tekstslide
Deze spotprent over de problemen in de verzorgingsstaat is in 1981 gemaakt door de tekenaar Jos Collignon.
Er zijn teveel mensen die van der verzorgingsstaat gebruik maken, waardoor het evenwicht weg is. Hiermee wordt het evenwicht tussen mensen die betalen voor de verzorgingsstaat en mensen die gebruik maken van de verzorgingsstaat bedoeld.
Beeldelement: de donkere wolk geven aan dat er storm op komst is. Er komen nog moeilijkere tijden aan (bijvoorbeeld: de vergrijzing), terwijl het schip nu al schade heeft en dreigt om te slaan.
Beeldelement: het schip, de verzorgingsstaat, dreigt om te slaan.
Beeldelement: het roer ligt in het water waardoor het schip onbestuurbaar is geworden. Met andere woorden: er moet iets gebeuren, maar het lijkt erop dat het al te laat is.
Slide 9 - Tekstslide
Jongeren
Economische krimp leidt tot verharding samenleving
Voorbeelden: Kaping bij De Punt door Molukse jongeren (1977), maar ook
Jongerenculturen met weinig vertrouwen in de toekomst.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Poldermodel
vanaf 1982
Om de economische problemen op te lossen, gaan de overheid, werkgevers en vakbonden vanaf 1982 samenwerken. Dit heet het poldermodel.
Dit werkt al snel, en vanaf 1985 groeit de economie weer (vanaf 1995 groeit de economie zelfs enorm en daalt de werkloosheid snel).
Die drie groepen hadden verschillende belangen, maar ze wilden wél alle drie dat het goed gaat met de economie. Om dat te bereiken, besloten ze dat de lonen niet meer stijgen. Werkgevers hebben daardoor minder kosten en kunnen dan lagere prijzen vragen voor hun producten.
Als Nederlandse producten goedkoop zijn, kan er meer worden verkocht aan het buitenland, en dat is goed voor de economie. Het poldermodel bestaat nog steeds.
Slide 16 - Tekstslide
Paarse kabinetten
1994
Voor het eerst kabinet zonder confessionelen (CDA)
Kabinet Kok
PvdA, VVD, D'66
Liberalisering gaat door
Slide 17 - Tekstslide
Vrijheid
Wet Gelijke Behandeling (1994)
Individualisering gaat door: 1. Gedoogbeleid: softdrugs
2. Euthanasie
3. Legalisering huwelijk zelfde geslacht
Reputatie van vrij en tolerant land
Slide 18 - Tekstslide
Buitenland
Jaren '60: Nederland vond zichzelf een gidsland demonstratie tegen kruisraketten (1981)
Rol NAVO veranderd na Koude Oorlog: conflictoplosser
Joegoslavië:
communistisch maar géén bondgenoot van Sovjet-Unie, na einde Koude Oorlog groeiende nationalisme onder verschillende volkeren
Slide 19 - Tekstslide
Joegoslavië
1992:
Bosnië wil zich afscheiden Juni 1992:
start beleg Sarajevo Nederlandse VN-soldaten moeten moslim-enclave Srebrenica beschermen, maar mogen geen wapens gebruiken 1995:
Serven vermoorden 8000 mannen en jongens in de bossen rond Srebrenica
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Europese samenwerking
Nederland is oprichter EGKS (EU)
Gevolg: Europees beleid heeft invloed op Nederlands beleid
1985: Verdrag van Schengen: vrij reizen tussen Schengenlanden
Probleem: wat te doen met de vele vluchtelingen?
1992: Verdrag van Maastricht (euro)
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Video
Interactieve video over Srebenica
Slide 24 - Tekstslide
https:
Slide 25 - Link
Multiculturele samenleving?
Vanaf de jaren '80 blijkt het beeld van de multiculturele samenleving waarin groepen mensen van verschillende culturen gelijkwaardig met elkaar samenleven, steeds vaker niet te kloppen.
Verschillende groepen leven eerder náást elkaar dan mét elkaar.
Tegenwoordig wordt daarom liever gesproken van de pluriforme samenleving.
Vanaf 2002 meer nadruk op integratie en assimilatie
Tot aan het eind van 20e eeuw stond het kritisch zijn op de multiculturele samenleving gelijk aan racisme. Hoewel sommige groepen allochtonen zorgden voor problemen, deed de overheid daar weinig aan.
De meeste politici ontkenden deze problemen zelfs en wie er wél iets van zei, werd beschuldigd van discriminatie.
Slide 26 - Tekstslide
Populisme
In de jaren '90 verliezen mensen het vertrouwen in de politieke partij op wie zij altijd hadden gestemd.
Deze grote groep gaat stemmen op de nieuwe, populistische politieke partijen die worden opgericht.
Populistische leiders zeggen te doen wat het volk wil, want ‘het volk heeft altijd gelijk’. Lastig is dat wat het volk wil, niet altijd kán.
Populistische politici worden soms in korte tijd heel populair. Maar als later blijkt dat ze hun beloftes niet kunnen waarmaken, raken zij die populariteit snel weer kwijt. Enkele jaren later komt er dan weer een andere populistische partij die opnieuw de mooiste beloftes doet.
Slide 27 - Tekstslide
0
Slide 28 - Video
Pim Fortuyn
Pim Fortuyn wordt in 2001 leider van de nieuwe partij Leefbaar Nederland. Fortuyn beweert ‘te zeggen wat hij denkt en te doen wat hij zei’.
Vooral over de islam is hij erg negatief. Hij zei dat hij het opneemt voor de ‘gewone’ mensen die door de politiek in de steek zijn gelaten.
Fortuyn wordt snel erg populair, maar in 2002, vlak voor de verkiezingen, wordt hij vermoord.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Polarisatie
2004: moord Theo van Gogh --> groeiende angst moslimextremisme
2005: oprichting PVV
2008: start economische crisis --> Zuid-Europese landen komen in grote problemen
EU moet ingrijpen --> groeiende weerstand tegen invloed Brussel