Het hormoonstelsel alvleesklier en bijnieren

Het hormoonstelsel
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het hormoonstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
  • Je kunt beschrijven op welke manieren hormonen de cellen en weefsels van organismen kunnen beïnvloeden.
  • Je kunt de werking van hormoonklieren en hun hormonen beschrijven. 
  • Je kunt informatie uit de Binas gebruiken om de werking, de bijbehorende hormoonklier en het doelwitorgaan van een bepaald hormoon te bepalen.

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
-Huiswerkcheck
-terugblik
-uitleg bs 2
-maken opdracht 7,8 en 9
- samen inoefenen
- zelfstandig werken

Slide 3 - Tekstslide

Maak opdracht 7,8 en 9 op blz. 14

We kijken samen na 
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog...

Slide 5 - Tekstslide

REGELING van processen in het lichaam

Hormoonstelsel -->
regelt allerlei langzame en langdurige processen in het lichaam

Zenuwstelsel -->
regelt allerlei snelle en kortstondige processen in het lichaam

Slide 6 - Tekstslide

Hormoonstelsel

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

De alvleesklier 
De bijnieren

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Eilandjes van Langerhans
Hormoon 1
Insuline
Hormoon 2
Glucagon

Slide 11 - Tekstslide

Wat je al over insuline?

Slide 12 - Woordweb

Insuline
  • Als je teveel glucose in je bloed hebt wordt insuline afgegeven. 
  • Insuline zorgt ervoor dat glucose als glycogeen wordt opgeslagen in de spieren en lever. Dit wordt dan bewaard voor later.
  • De hoeveelheid suiker in je bloed is nu lager!
             glucose => glycogeen

Slide 13 - Tekstslide

Glucagon
  • Als je te weinig glucose in je bloed hebt wordt er glucagon afgegeven.
  • Glucagon zorgt ervoor dat glycogeen wordt omgezet in glucose.
  • De hoeveelheid suiker in je bloed wordt hoger.
          glycogeen => glucose

Slide 14 - Tekstslide

suiker gehalte in het bloed wordt lager
glucose gehalte in het bloed wordt hoger
Insuline. Maakt van glucose: glycogeen. Het suiker gehalte in het bloed wordt lager
eilandjes van Langerhans in de alvleesklier
glucagon
Maakt van g;ycogeen weer glucose => suiker gehalte wordt hoger
lever
glucose
glycogeen

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

De bijnieren.

- Bijniermerg

- Adrenaline

--> stressreactie: woede, angst, schrik

- Dissimilatie

--> glycogeen omgezet in glucose in lever en spieren

- Snelle, kortdurende werking.

Slide 19 - Tekstslide

Samen inoefenen/huiswerk
We maken samen opdracht 16

Zelfstandig werken: opdracht 10 t/m 19
compact: opdr 11, 14, 15, 17, 18, 19
Dit is ook het huiswerk
Klaar kijk na met een nakijkboekje
Pak je leesboek of ga rustig iets voor jezelf doen

Slide 20 - Tekstslide


Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet de hormoonklier aangegeven met nr 2 (bij de keel)?

A
hypofyse
B
eierstok
C
bijnier
D
schildklier

Slide 22 - Quizvraag

Alvleesklier
Glucose
Glycogeen
Insuline
Glucagon
Bloedsuikerpsiegel gaat omlaag
Bloedsuikerpsiegel gaat omhoog
Lever

Slide 23 - Sleepvraag

Waarom kun je de hypofyse het 'regelcentrum' van het hormoonstelsel noemen?

Slide 24 - Open vraag

Welke processen worden door het schildklierhormoon beïnvloed?

Slide 25 - Open vraag

Cellen in de alvleesklier 
die insuline & glucagon maken
Stoffen in het bloed die de werking van bepaalde organen regelen
Hormoon dat in de 
bijnieren wordt gemaakt
Klieren die adrenaline maken
Orgaanstelsel in het lichaam dat uit een aantal hormoonklieren bestaat
eilandjes van Langerhans
hormonen
adrenaline
hormoonstelsel
bijnieren

Slide 26 - Sleepvraag

Een leerling krijgt tijdens het houden van een presentatie voor de klas een rode kleur. Zijn hartslag en ademhaling zijn versneld. Bij meting zou blijken dat bovendien het glucosegehalte van het bloed is gestegen. Al deze effecten worden veroorzaakt door hetzelfde hormoon.
Welk hormoon veroorzaakt deze effecten.
A
adrenaline
B
glucagon
C
insuline
D
schildklierhormoon

Slide 27 - Quizvraag

Michiel en Sumia

https://npo.nl/start/video/hormoonrevolutie?at_campaign=npostart_series&at_channel=npostart&at_creation=share-link&at_detail_placement=1:lswxjex9:fd413b64da214332bca92b9938c805b3&at_format=share_button;;0_0&at_general_placement=video||||||hormoonrevolutie&at_medium=display&at_variant=organic

Slide 28 - Tekstslide