9/10, HH woordenschat HS 1-3

Stijlfiguren: Hyperbool, Understatement, Eufemisme, Litotes
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren: Hyperbool, Understatement, Eufemisme, Litotes

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen woordenschat

Ik kan deze stijlfiguren herkennen en benoemen in een zin.


- herhaling

- opsomming

- tegenstelling

- hyperbool

- understatement

- eufemisme

- litotes





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
Lesdoelen
- Je kunt in eigen woorden uitleggen wat beeldspraak is.
- Je kunt het verschil tussen een herhaling, vergelijking, personificatie en metonymie beschrijven.
- Je kunt een voorbeeld benoemen van een herhaling, vergelijking, personificatie en een metonymie.
- Je weet het verschil tussen een hyperbool, een understatement, litotes en een eufemisme.

Taaldoelen
- Je kunt jouw antwoorden formuleren in goedlopende hele zinnen.
- Al jouw zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stijlfiguren HS 1-3
- hyperbool
- understatement
- eufemisme
-litotes
- herhaling
- opsomming
- tegenstelling

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eufemisme
Verzacht de werkelijkheid.
Soms gebruikt men een eufemisme als iemand zich schaamt om het eigenlijke woord te zeggen.

- Tussen twee banen inzitten. (werkloos zijn)
- De man was in zijn slaap heengegaan.  (overleden)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Understatement
Verzwakte mededeling/op een spottende manier;
je reageert een beetje koeltjes.

- Wij vonden de reorganisatie verschrikkelijk.
understatement: Wij waren niet zo blij met de reorganisatie.
- Je kunt niet tekenen.
understatement: tekenen is niet je grootste talent.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het ziet er naar uit dat het een beetje geregend heeft gisteravond.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Litotes
Een bijzondere vorm van het understatement is de litotes. Je ontkent het tegenovergestelde. Je zegt: Ze is bepaald niet dom; je bedoelt: Ze is slim.
Voorbeelden van de litotes
Dat is geen slecht idee! ( Dat is een goed idee)
Hij is niet achterlijk (Hij is slim)
Dat cijfer is niet verkeerd (Dat cijfer is goed)
Zij zijn niet vies van uit eten gaan (Zij vinden uit eten gaan erg lekker)
Dat was geen succes (Dat was een mislukking)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Welk woord hoort bij het eufemisme?
ongewenst bezoek
extra reistijd
de zwarte dood
laatste adem uitblazen
doodgaan
inbreker
vertraging
de pest

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk stuk van de zin is de understatement?
Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement
D
litotes

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevat de volgende zin een overdrijving?

Gerard gaat dood van de honger.
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevat de volgende zin een overdrijving?

Die jongens hebben een glaasje te veel op.
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevat de volgende zin een overdrijving?

Jouw zusje is aan de stevige kant.
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na weer een complicatie deelde de arts mee dat ze 'op het ergste' voorbereid moesten zijn.
A
eufemisme
B
understatement
C
overdrijven

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dat kunnen ze nu wel zeggen, maar dat boek is zo slecht nog niet.
A
eufemisme
B
understatement
C
overdrijven

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het ziet er naar uit dat het een beetje geregend heeft gisteravond.
A
eufemisme
B
understatement
C
overdrijven

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Je brief glimlachte me toe'
Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De laatste loodjes wegen het zwaarst.

Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hockeydames wonnen goud op de Spelen.
Dit is een...
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze les is net zo leuk als een bezoek aan de Efteling.
Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
D
Metonymie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moskou reageert fel op de kritieken.

Dit is een:
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personicatie
D
Metonymie

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Litotes?
A
Dat heb je niet slecht gedaan!
B
Een tien voor het proefwerk? Dat is best netjes.
C
Spieken is geen onbekend verschijnsel op de middelbare school.
D
Toen Feyenoord kampioen werd stond het hele stadion op zijn kop.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een litotes is een bijzondere vorm van het understatement.
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan nu de stijlfiguur litotes herkennen, begrijpen en toepassen.
A
Ja, dat lukt me prima.
B
Ik vind het nog wel lastig, dus ik moet nog meer oefenen.
C
Nee, ik snap het echt nog niet.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over hyperbool?
Je mag ook een voorbeeld geven.

Slide 30 - Woordweb

Hyperbool
hyperbool
understatement
eufemisme
iets aardiger / beleefder zeggen
afzwakken / iets minder (erg) laten lijken
overdrijven

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je nog lastig aan de stijlfiguren?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

aan de slag
HS 2 woordenschat
maken: opdracht 2, 3

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies