Week 3: Deelopdracht 3+ 4

Keuzedeel
Interculturele diversiteit 1 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
KD Internationaal IMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Keuzedeel
Interculturele diversiteit 1 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige week
Is deelopdracht 2 af?

Zijn er nog vragen over?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LET OP!
Bij deelopdracht 5 moet je een presentatie maken.
Zorg ervoor dat je daar op tijd mee begint. > volgende week in de les presenteren.

Verdiep je in het examen, je moet daar veel voor voorbereiden en uitvoeren!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb je al een zorgvrager gekozen en/of voorbereid voor je examen?
Ja
Een beetje
Nee

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Vorige week
Cultuurdimensies van Hofstede
1. Machtsafstand
2. individualisme vs. collectivisme
3. Masculiniteit vs. feminiteit
4. Onzekerheidsvermijding
5. Oriëntatie op de lange vs. korte termijn

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Machtsafstand 
'De mate waarin de minder machtige leden accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is'
- Groot = Hiërarchie, moeilijk om sociale ladder te beklimmen, informele sfeer 
- Klein = Iedereen is gelijk, inkomens liggen dichter bij elkaar, formelere werksfeer

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Individualistisch vs collectivistisch
Hoe gaan culturen om met vrijheid voor een individu ten opzichte van de groep waar het individu bij hoort ?

- Collectivistisch = Het belang van de groep gaat voor. Vaak uitgebreide families en samenleven, persoonlijke mening is niet belangrijk.
- Individualistisch = Het individuele belang gaat voor. Privacy is belangrijker, rechten zijn voor iedereen hetzelfde.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Masculien vs Feminien
'Hoe gaan culturen om met sekse en verschillende rollen van mannen en vrouwen?' 
- Masculien = mannelijk 
- Feminien = vrouwelijk 

Maar ook meer gelijkheid 
tussen m/v 


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onzekerheidsvermijding 
Hoe gaan culturen om met onzekere of onbekende situaties?
- Sterke vermijding = uitsluiten van risico's en verminderen van onduidelijkheid daarover. Dus strikte wetten en regels 
- Zwakke vermijding = regels zijn soepeler, onzekerheid wordt gezien als onderdeel van het bestaan, datgene wat anders is is leuk!


Nederland = 53

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deelopdracht 3
Fijnmazige en grofmazige culturen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Cultuurverschillen 

Veel verschillen tussen mensen zijn volgens David Pinto te verklaren als je kijkt naar de manier waarop ze omgaan met regels. 

Schaal:
Beginschaal:   F-cultuur 
Midden:  M- cultuur 
Eindschaal:  G-cultuur

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

F-cultuur
  • fijnmazig
  • veel, strakke en gedetailleerde (gedrag)regels
  • centraal: groep 
  • kenmerken: veel respect en aanzien voor  ouderen, samen eten is belangrijk, afspraken zijn flexibel en de eer van de familie is heel belangrijk.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wij cultuur
  • groepsgebonden
  • jouw prestatie of actie heeft invloed op de hele groep
  • Niet westerse landen 
  • Dorpen/platteland

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

G-cultuur 
  • grofmazig
  • weinig, losse en globale regels
  • centraal: individu
  • kenmerken: leven vanuit de eigen innerlijke normen en waarden, afspraak is afspraak en onverwachte gasten zijn vaak minder welkom en krijgen geen maaltijd aangeboden

  • Er gelden algeneme regel maar iedereen interpreteert op eigen manier.
  • Eigen mening is belangrijk
  • Ik-cultuur

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik cultuur
  • Politieke overtuiging
  • rRelatievorm
  •  Godsdienst
  •  Soort werk
  • Vrijetijdsbesteding

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

M-cultuur 
Dit is een mixvorm tussen de F- en G-cultuur.
Voorbeeld: 
  • Een strenge vader en een wat minder strenge.
  • Onder de tweede generatie van migranten waar ook ter
    wereld.



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Factoren
  • Economische factor
  • Religieuze factor
  • Sociale factor
  • Individuele factor 

(Pinto)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke cultuur valt Nederland en onder welke cultuur vind jij jezelf vallen?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deelopdracht 4
Omgangsvormen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vier stappen van interculturele communicatie.
Het is niet eenvoudig om mensen uit andere culturen altijd te begrijpen. Je ziet alleen het gedrag (topje ijsberg) en niet wat eronder zit (de waarden en normen). Toch is interculturele communicatie aan te leren, via de volgende vier stappen. (Grit, 2010)
  • Bewustwording
  • Verzamelen van kennis
  • Verschillen onderzoeken en proberen te begrijpen
  • Aanleren van vaardigheden

Vervolgens wordt het volgende onderdeel nog besproken:
Kleding;

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Bewustwording
De eerste stap is het bewust worden van eigen normen en waarden. En in hoeverre beïnvloeden jouw waarden en normen jouw cultuur? Zij ze puur persoonlijk, of hangen ze samen in een groep waarin jij bent opgegroeid?

Het is belangrijk dat jij jouw waarden, waarden en cultuur niet als zaligmakend beschouwd. Doe je dat wel, dan vind je andere culturen alleen maar ‘vreemd’.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Verzamel kennis
Verzamel zoveel mogelijk kennis van waarden, rituelen, symbolen, gebruiken en typische gedragingen van de andere culturen. 
Interview mensen, doe literatuur onderzoek, lees boeken.

Denk vast na over wie jij gaat interviewen voor de deelopdracht.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Verschillen onderzoeken en leren te begrijpen
Bekijk de verschillen tussen stap 1 en stap 2. Probeer daarbij een open houding te hebben. Je moet proberen de verschillen te begrijpen. Onderzoek de normen en waarden serieus.

4. Aanleren van vaardigheden
Beoefen de gebruiken en de rituelen van de ander. Sta er voor open om mee te doen met rituelen van een andere cultuur.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleding
Je wordt behandeld zoals je eruitziet. Besteed je aandacht aan je kleding, dan zul je jezelf beter voelen. Kleding beïnvloed je stemming.
Veel mensen zijn modieus gekleed. Mode betekent de stijl van ieder nieuw product en bij kleding verandert die steeds. De zomer kleren van dit jaar zullen volgende zomer 'uit de mode zijn'. 
Toen vrouwen weinig rechten hadden, beperkten de kleren die op dat moment mode waren, haar bewegingsvrijheid net zoals de maatschappij dit deed. Op het moment echter dat vrouwen meer vrijheid bemachtigden, kwamen gemakkelijk zittende broeken in de mode, waar zij zich vrijer in konden bewegen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten kleding met een functie kun je opnoemen?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Doelmatige kleding
Soms heeft ook de functie van kleding - de taak die zij heeft - de belangrijkste invloed op het ontwerp. 
  • Een regenpak bijvoorbeeld dient om wind en regen tegen te houden; hoe het eruit ziet en welke kleur het heeft, is minder belangrijk.
  • Doelmatige kleding wordt ook gedragen om religieuze redenen kleding van non/priester
  • Bij verschillende soort werk en sport. Sportkleren moeten licht van gewicht zijn, ze moeten bewegingsvrijheid geven. 

Beschermende kledij
  •  brandweermannen of arbeiders in een kerncentrale hebben kleding nodig die hen beschermt tijdens het werk. 
  • Als bescherming tegen bijen zal een imker lange strakke mouwen, een hoed en een net voor zijn gezicht dragen. Bijen kruipen altijd omhoog, dus is het raadzaam ook de broekspijpen in je laarzen te stoppen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaat
Warm klimaat
Mensen die in een woestijn wonen dragen lange, losse, katoenen gewaden. Deze kleding heeft een dubbele functie: ze beschermt de huid tegen de zon en houdt het lichaam koel, doordat tussen de plooien een laagje lucht blijft hangen. Het gewaad dat in zuiderse landen veel word gedragen, heet een 'djellabah' en wordt vooral in Noord-Afrika gedragen.

Koud klimaat
Traditiegetrouw wordt deze kleding gemaakt van dierenhuiden. Het bont wordt aan de binnenkant gedragen zodat er een luchtlaag ontstaat die zorgt dat de warmte van het lichaam niet kan wegstromen. Moderne jacks en broeken worden van dicht geweven nylon gemaakt en zijn wind- en waterdicht. De veren van de donsvoering houden lucht vast en dus ook warmte.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleding
Purdah
Volgens de religieuze wetten van de islam moet de vrouw in het openbaar haar gezicht verbergen; een gebruik dat men 'purdah' noemt. Als moslimvrouwen uitgaan, bedekken zij hun hoofd en gezicht met een zwarte sluier of een zwart masker. In veel landen is dit vooral in scholen verboden.

Minirok
16 In de jaren zestig waren jonge mensen onafhankelijker dan zij ooit waren geweest. Vrouwen uitten dit graag door hele korte rokken te dragen.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fabriekskleding
Werkkleding mag niet zo los zitten dat men de kans loopt verstrikt te raken in een machine, maar moet wel bewegingsvrijheid geven, goed wasbaar zijn en zakken voor gereedschap hebben.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Uniformen

Mensen die tot dezelfde groep of organisatie behoren, dragen vaak dezelfde kleding, zodat zij gemakkelijk te herkennen zijn. Uniformen geven een gevoel van samenhorigheid en veel mensen zijn trots op hun uniform, zoals die van verpleegsters, zijn zeer praktisch en geven bescherming tijdens het werk.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag & huiswerk 
Deelopdracht 3
- F- en G- cultuur
- Checking
Deelopdracht 4
- interculturele communicatie
- Je eigen kledingkast
- Vroeger en nu
- Kledingstijlen wereldwijd
- Checking


Slide 34 - Tekstslide

Wanneer je wilt samenwerken TIJDENS de les, dan mag dit vandaag! Geef aan met wie, dan kom je in een break-out room terecht.