In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Wat was ook alweer het verschil tussen sterke en zwakke ww?
Slide 2 - Open vraag
Welke sterke ww ken jij?
Slide 3 - Woordweb
Instructie: sterke werkwoorden
Een zin staat in de tegenwoordige tijd (tt) of in de verleden tijd (vt).
Dat zie je aan de pv.
- De rommel is niet opgeruimd
- De rommel was niet opgeruimd.
Ik heb al weken geen wedstrijd gespeeld.
Ik had al weken geen wedstrijd gespeeld.
Slide 4 - Tekstslide
Instructie: sterke werkwoorden
Van sommige werkwoorden verandert de klank als je de pv in de verleden tijd zet:
hele ww
tt
vt
Wat verandert?
liggen
ik lig
ik lag
i wordt a
lopen
ik loop
ik liep
oo wordt ie
Slide 5 - Tekstslide
Hoe schrijf je de pv van sterke ww in de vt?
Maak het woord langer (wij ... / jullie ...) om te horen of je een -d of -t krijgt doen > ik deed (want wij deden) zitten > ik zat (want wij zaten) vinden > ik vond (want wij vonden)
Let op: in de verleden tijd krijg je NOOIT -dt > bijv. Hij vondt
Slide 6 - Tekstslide
vervolg uitleg
Schrijf het woord zo kort mogelijk. Gebruik alleen dubbele letters (zoals -dd, -tt) als dat voor de uitspraak nodig is:
- rijden > reden maar hebben > hadden
- bijten > beten trekken > trokken
- weten > wisten zwemmen > zwommen
Slide 7 - Tekstslide
Roepen, geven en brengen zijn sterke werkwoorden
A
ja, dat klopt
B
nee, brengen is zwak
C
nee, geven is zwak
D
nee, roepen is zwak
Slide 8 - Quizvraag
Bij sterke werkwoorden spel je de persoonsvorm in de verleden tijd zo kort en eenvoudig mogelijk.
A
niet waar
B
waar
Slide 9 - Quizvraag
Noteer de persoonsvorm van de sterke werkwoorden in de verleden tijd.
KIEZEN Waarom ..... alle leerlingen ervoor om het proefwerk uit te stellen?
Slide 10 - Open vraag
Noteer de persoonsvorm van de sterke werkwoorden in de verleden tijd.
ZITTEN In de winter ..... onze kippen al om zes uur in hun nachthok.
Slide 11 - Open vraag
Noteer de pv van de sterke werkwoorden in de verleden tijd.
ZIJN Blijkbaar ... hij een populaire zanger.
Slide 12 - Open vraag
Noteer de pv van de sterke werkwoorden in de verleden tijd.
HANGEN Die jas ... al een tijdje aan de kapstok in de kantine.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.