Paragraaf 3.1: Gaswisseling

Werkwijze Biologie
Pak je spullen:
  • Eventueel laptop
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Werkwijze Biologie
Pak je spullen:
  • Eventueel laptop
  • Biologieboek
  • Schrift voor aantekeningen
  • Pen
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?

  • Uitleg paragraaf 3.1: Gaswisseling


  • Zelfstandig werken aan paragraaf 3.1





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 3: Gaswisseling en uitscheiding

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gaswisseling en uitscheiding:
Waar denk je aan/wat weet je al?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 3.1: Gaswisseling

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  1. Je kunt van delen van het ademhalingsstelsel de functies en kenmerken noemen.
  2. Je kunt beschrijven hoe zuurstof en koolstofdioxide door het bloed worden getransporteerd.
  3. Je kunt bij insecten en vissen beschrijven hoe ademhaling plaatsvindt.
BINAS: 83A, C, D, E

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gaswisseling = opname en afgifte van gassen aan de lucht. Dit gebeurt in de longblaasjes.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt lucht in je longen?
  1. Eerst komt de lucht in je neusholte of mondholte.
  2. Via de keelholte komt de lucht in je luchtpijp. In de wand van de luchtpijp zitten ringen kraakbeen.
  3. De luchtpijp splitst zich in twee luchtpijptakken, de bronchiën.
  4. In de longen verdeelt elke bronchie zich in kleinere buisjes, de bronchiolen (= luchtpijptakjes).
  5. Aan het einde van de luchtpijptakjes zitten de longblaasjes (= alveoli).

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neusslijmvlies met trilhaarepitheel
Slijmlaag houden stoffen vast. Trilharen bewegen stoffen naar buiten.

Slide 9 - Tekstslide

Neusslijmvlies heeft een aantal functies: 
  • kleine stofdeeltjes en ziekteverwekkers opvangen en afvoeren
  • lucht vochtig maken
  • lucht warm maken
  • lucht keuren op gevaarlijke stoffen (met reukzintuig)
In het neusslijmvlies vinden we ook de reukzintuigen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Beweging trilharen verplaatsen slijm naar keelholte --> doorgeslikt.
Bijholten
De neusholte is verbonden met bijholten, welke ook slijm produceren, wat afgevoerd wordt door de neusholte. Bij verkoudheid zwelt het neus- en bijholteslijmvlies op, de uitgangen van de bijholten worden afgesloten en je hebt dat verstopte neus gevoel.
Andere functies van de bijholten kunnen zijn, o.a. resonantie bij het praten en de schedel lichter maken. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De stembanden

Slide 13 - Tekstslide

Stembanden kunnen bewegen om de stemspleet nauwer of wijder te maken
Om geluid te maken breng je de stembanden dichtbij elkaar. Dan wordt de uitgedemde lucht in trilling gebracht
Hoe strakker ze staan hoe meer trilling. 
Hoe meer trilling hoe hoger het geluid.
Strottenhoofd met stembanden
Stembanden zijn stevige vliezen.
Deze vormen van klanken in samenwerking met tong, tanden, lippen, mondholte en de neus.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Om de alveoli (longblaasjes) is een laagje vocht: alveolair vocht
Bij diffusie verplaatst... zich van...
A
Water, van hoge naar lage concentratie
B
Water, van lage naar hoge concentratie
C
Een stof, van hoge naar lage concentratie
D
Een stof, van lage naar hoge concentratie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Partiële druk: pO2 en pCO
  • Door diffusie verplaatst O2 zich:
alveolaire lucht --> alveolaire vocht --> longhaarvaten
  • Gedreven door partiële gasdruk

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verplaatst CO2 zich dan? 
Begin
Stap 2
Eind
Alveolaire lucht
Alveolaire vocht
Longhaarvaten

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is geen verschil in partiële stikstofdruk (pN2) tussen de lucht in de longblaasjes en het bloedplasma.
A
Toch vindt er diffusie plaats.
B
Er vindt hierdoor geen diffusie plaats.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wet van Fick
BINAS 83A
Wet van Fick: n=D*A*(Δc/Δx)

Hoe groter het diffusieoppervlak, de diffusiecoëfficiënt en het concentratieverschil hoe groter de diffusiesnelheid.
Hoe groter de diffusieafstand hoe kleiner de diffusiesnelheid.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

O2 bindt aan hemoglobine


HbO2 = oxyhemoglobine

CO2  wordt H+ en HCO3-
H+ bindt aan hemoglobine
HCO3- in bloedplasma
Hb laat O2 los
Transport O2

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transport CO2
  • Longhaarvaten opgeloste CO2 vanuit bloedplasma naar alveolaire vocht.
  • Hemoglobine gebonden CO2 en H+ komt vrij.
  • HCO3- vanuit bloedplasma naar rode bloedcellen, vormt H2CO3 met H+ , wordt door koolzuuranhydrase meteen gesplitst in CO2 en H20.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Partiële druk: pO2 en pCO
0% Hb
100% HbO2

100% Hb
0% HbO2

Een klein beetje zuurstof lost op in bloedplasma, het grootste deel wordt geboden aan hemoglobine (Hb) in de rode bloedcellen.

Bij meer CO2 wordt makkelijker zuurstof afgegeven bij dezelfde zuurstofdruk.
Bohr-effect = hogere afgifte O2 door oxyHb vanwege hogere temperatuur of pCO2

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Diffusie van gassen
Doordat zuurstof vooral bindt aan Hb in het bloedplasma rond de longblaasjes, blijft er altijd een concentratieverschil tussen het alveolaire vocht en het bloedplasma.
Dit is voordeling voor de diffusie!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gaswisseling bij insecten
Sterk vertakte buizen 
(= tracheeën) die O2 tot aan de individuele cellen transporteren.  De opening van een trachee aan de buitenzijde van het lichaam heet een stigma 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tegenstroomprincipe

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gaswisseling bij vissen
Geen longen maar kieuwen

kieuw = kieuwboog met kieuwplaatjes. 

Plooien in kieuwplaatjes = kieuwlamellen.

Als water langs deze kieuwlamellen stroomt dan nemen de bloedvaatjes hierin daar zuurstof uit.

Gebruik van het tegenstroomprincipe

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!



Paragraaf 3.1: opdrachten  1 t/m 13



Opdrachten niet af --> Huiswerk

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?




Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies