Participatie gezinsproblemen signaleren

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

periode 7 :  Vak Participatie 

Gezinsproblemen signaleren

welke gezins
problemen zie je in dit filmpje

welke gezinsproblemen zie je?

welke gezinsproblemen
zie je

Wat zijn relatie- en gezinsproblemen?

Iedere relatie en ieder gezin kent goede en minder goede tijden. Ieder gezin en iedere relatie krijgt te kampen met verschillende spanningen. Soms kunnen deze spanningen leiden tot langdurige problemen. Wanneer één of meerderen binnen een relatie of gezin het probleem als onoplosbaar zien of als erg zorgelijk ervaart spreken we van een relatie- of gezinsprobleem.

Ernstige problemen in het gezin: wat kan ik me daarbij voorstellen?

In sommige gezinnen zijn er steeds conflicten thuis, in de buurt en/of op school. Er is soms agressie in huis en daarbuiten of een kind vertoont probleemgedrag. 

Gezinsleden weten niet hoe dit op te lossen en voelen zich wanhopig of machteloos.

Er kunnen complexe gezinsproblemen zijn door

individuele problematiek bij een van de kinderen, zoals ernstige angst of gedragsproblemen bij kinderen tot 18 jaar,

problematiek bij (een van) de ouders;

relatieproblemen van de ouders (bij ouders die nog samen zijn of net gescheiden) met problemen bij (een van) de kinderen als een nieuwe gezinssamenstelling na scheiding;

gevaarlijk seksueel grensoverschrijdend gedrag van een kind gericht op zichzelf;

ernstige psychische of emotionele verwaarlozing van (een) kind(eren) door problematiek bij ouders;

trauma, o.a. door echtscheiding of rouw na het verlies van een familielid.

Bodden en Dekovic .Op basis van hun onderzoek stellen zij dat gezinnen met meervoudige en complexe problemen op minimaal zes van de volgende zeven domeinen langdurige problemen ervaart (en per domein minimaal één factor):

1.Kindfactoren: psychische of psychosociale problemen inclusief ontwikkelingsproblemen, gedragsproblemen, psychosomatische problemen en verslavingen; cognitieve problemen (zoals laag IQ en leerproblemen) en verstandelijke handicaps; slachtoffer of getuige van mishandeling, misbruik, verwaarlozing of huiselijk geweld.

2.Ouderfactoren: psychische of psychosociale problemen inclusief psychosomatische problemen, gedragsproblemen (agressie en crimineel gedrag) en verslaving; cognitieve problemen (laag IQ) en verstandelijke handicaps; slachtoffer, getuige of dader van mishandeling, misbruik, verwaarlozing of huiselijk geweld.

3. Opvoedingsfactoren: onvoldoende of inconsistente opvoedingsstrategieën; pedagogische onmacht; weinig consistentie; weinig responsiviteit; veel harde discipline; afwijzing; gebrek aan gedragscontrole; veel psychologische controle; onveilige hechting.

Bodden en Dekovic .Op basis van hun onderzoek stellen zij dat gezinnen met meervoudige en complexe problemen op minimaal zes van de volgende zeven domeinen langdurige problemen ervaart (en per domein minimaal één factor):

4. Gezinsfunctioneren: relatieproblemen; conflicten; communicatieproblemen; weinig cohesie; veel externe locus of control; geen organisatie.

 

5. Contextuele factoren: meerdere negatieve levensgebeurtenissen; financiële problemen; lage sociaal-economische status

6. Sociaal netwerk: verstoord of gebrek aan sociaal netwerk; conflicten met buurtbewoners en vrienden.

7. Hulpverlening: lange geschiedenis van hulpverlening; uithuisplaatsing.

De beroepsopdracht STAP 1

Je werkt vanuit een casus.

Maak een keuze uit de volgende documentaires van Margit Balogh:

• "Lost Boy" https://vimeo.com/25592404

• "Lost Girl" https://vimeo.com/26713524

• "Lost Mother" https://vimeo.com/25361104 Wachtwoord: LM2020

(ZIE TEAMS, OPDRACHTEN)

STAP 2 

Bekijk de documentaire en maak een analyse. (BEANTWOORD ONDERSTAANDE 4 VRAGEN)

1. Beschrijf de feitelijke gegevens.

2. Welk gedrag van de hoofdpersoon signaleer je?

3. Beschrijf de problematieken.

4. Maak een analyse met behulp van het balansmodel.

STAP 3

Jij bent de sociaal werker die de problemen van deze hoofdpersoon signaleert, wat ga je dan doen om hem/haar te ondersteunen?

1. Beschrijf je eigen rol en taak als sociaal werker MBO 4.

2. Verantwoord met wie je gaat samenwerken/welke instanties je inschakelt (sociale kaart) om de problemen aan te pakken.

Balansmodel

Wie weet het nog wat?

Waarom een weegschaal?

 Het is voor de client prettig als de weegschaal zwaarder weegt aan de kant van de bevorderende factoren dan de belemmerende . 

De kans op succes is dan groter!