HV2 week 13 - recap past simple/present perfect en woordvolgorde

Recap grammar
hv2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Recap grammar
hv2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Past simple/
Present perfect
what do you
remember?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

She's never been to New York.
Deze zin staat in de ....
A
past simple
B
present perfect

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Yesterday was my birthday and I ate a lot of cake.
Deze zin staat in de ...
A
past simple
B
present perfect

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past simple (v.t.)

- je weet wanneer het is gebeurd

We did our test last week.
He studied hard yesterday.
Present perfect (v.t.t.)

- je weet niet wanneer iets is gebeurd
- het is vroeger gebeurd en je merkt er nu nog iets van

I have danced since I was 11.
He has never worked there.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Finish the sentence:
From september to december 2020, I ...

Slide 6 - Open vraag

Benadruk dat leerlingen de past simple gebruiken om de zin af te maken.
Finish the sentence:
Since the May vacation, I ....

Slide 7 - Open vraag

Benadruk dat leerlingen de present perfect gebruiken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What is the correct word order?
A
They never are on time.
B
They are never on time.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is the correct word order?
A
Danny went to school yesterday.
B
Went Danny to school yesterday.
C
To school went Danny yesterday.
D
Danny to school went yesterday.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Word order

A
time - place
B
place - time

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The correct English word order is:
A
wie doet wat wanneer waar?
B
wie doet wat hoe wanneer waar?
C
wanneer doet wie wat waar?
D
wie doet hoe wat wanneer waar?

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Word order: which is correct?
A
Also I think dogs are nice pets.
B
I think also dogs are nice pets.
C
I also think dogs are nice pets.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Word Order

What is the correct word order?
A
You there went last Monday.
B
You there last Monday went.
C
You went last Monday there.
D
You went there last Monday.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Word order
A
Billy went next door to his friend five minutes ago.
B
Billy went to his friend next door five minutes ago.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies