feestdagen en klokkijken

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Wat gaan we doen?

* Praten over feestdagen

* Kloklezen in het Nederlands

* Werken aan de email (taalmaatje) of in Taalcompleet

Koningsdag

Op welke dag vieren we Koningsdag ?

1. 23 april
2. 25 april
3. 27 april
4. 30 april

Waar woont de koninklijke familie?

1. Den Haag
2. Rotterdam
3. Amsterdam
4. Leiden

Wie is dit?

1. De tante van Willem-Alexander
2. De vrouw van Willem-Alexander
3. De moeder van Willem-Alexander
4. De oma van Willem-Alexander

Hoe heten de dochters van Willem-Alexander en Máxima?

1. Alexandra, Alexa en Alexis
2. Beatrix, Juliana en Wilhelmina
3. Anna, Catharina en Victoria
4. Amalia, Alexia en Ariane

Uit welk land komt koningin Máxima?

1. Brazilië
2. Argentinië
3. Mexico
4. Paraguay

In welke provincie ligt onze hoofdstad?

1. Zuid-Holland
2. Noord-Holland
3. Utrecht
4. Gelderland

Hoe heet ons volkslied?

1. Wilhelmus
2. Lied der Nederlanden
3. Prins van Oranje
4. Prinsenmars

Wat is dit?

Niet zeggen, pas na het filmpje!!!

Dodenherdenking

• Welke dag?
•      - Elk jaar op 4 mei
• Wat herdenken we?
•      - De mensen die stierven in de 2e wereldoorlog (1940 - 1945)
  
•      - De mensen die stierven in andere oorlogen na 1945
  
• Hoe?
•      - Om 20.00 uur is er 2 minuten stilte in Nederland
•      - Vlaggen halfstok
  
• Is het een vrije dag?
•      - Nee
  

Dodenherdenking op de Dam

- bij het Nationaal Monument -

Wat is dit?

Niet zeggen, pas na het filmpje!!!

Bevrijdingsdag

• Welke dag?
•      - Elk jaar op 5 mei
• Wat vieren we?
•      - De bevrijding van Nederland in 1945
•      - Dat we in Nederland in vrijheid leven
  
• Hoe?
•      - Bevrijdingsfestivals, concert, vlaggen
  
• Is het een vrije dag?
•      - Eens in de 5 jaar (2010, 2015, 2020, 2025, ...)
  

Bevrijdingsdag-concert

De klok

Aan het einde van deze les kun je:

Vertellen hoe laat het is

• analoge klok
  

• digitale klok
  

• uren, halve uren, kwartieren, minuten
  

De tijd / de klok

A1 -  6.10

De tijd

blz. 235

Tijd

Een uur heeft 60 minuten

Een half uur heeft 30 minuten

Een kwartier heeft 15 minuten

Een minuut heeft 60 seconden

• 6.00 uur tot 12.00 uur

• 12.00 uur tot 18.00 uur
  

• 18.00 uur tot 0.00 uur
  

• 0.00 uur tot 6.00 uur
  

 De ochtend duurt van  

 De middag duurt van

 De avond duurt van

De nacht duurt van

Kleine wijzer

Grote wijzer

• wijst het uur aan
  

• wijst minuten aan
  

De klok

A1 -  6.12

Hoe laat is het (1)?

blz. 243

Het is na 2 uur (later dan 2 uur)

Het is 5 minuten over 2 of  het is 5 over 2.

Je zegt eerst de minuten, dan over, en dan het uur.

het is 2 uur  

het is 5 over 2 

het is 10 over 2  

het is kwart over 2 (het is 15 over 2)

Het is bijna 3 uur

het is kwart voor 3 (het is 15 voor 3)

het is 10 voor 3 

het is 5 voor 3 

het is 3 uur.

voor ... 

over ... 

voor

over

In de nacht

Je schrijft 3.10 uur. 

Je zegt: het is 10 over 3 ‘s nachts.

Je schrijft 2.50 uur. 

Je zegt: het is 10 voor 3 ‘s nachts.

In de middag

Je schrijft 15.10 uur. 

Je zegt: het is 10 over 3 ‘s middags.

Je schrijft 14.50 uur. 

Je zegt: het is 10 voor 3 ‘s middags.

• Het is 2 uur ‘s nachts
  
• Het is 5 over 2 ‘s nachts
  
• Het is 10 over 2 ‘s nachts
  
• Het is kwart over 2 ‘s nachts
  
• 
  
• Het is kwart voor 3 ‘s nachts
  
• Het is 10 voor 3 ‘s nachts
  
• Het is 5 voor 3 ‘s nachts
  
• Het is 3 uur ‘s nachts
  

2.00

2.05

2.10

2.15

2.45

2.50

2.55

3.00

• Het is 2 uur ‘s middags
  
• Het is 5 over 2 ‘s middags
  
• Het is 10 over 2 ‘s middags
  
• Het is kwart over 2 ‘s middags
  
• 
  
• Het is kwart voor 3 ‘s middags
  
• Het is 10 voor 3 ‘s middags
  
• Het is 5 voor 3 ‘s middags
  
• Het is 3 uur ‘s middags
  

14:00

14:05

14:10

14:15

14:45

14:50

14:55

15:00

Einde van deze uitleg

Je kent nu uren, halve uren, kwartieren

en minuten voor en over het uur.

Volgende keer gaan we praten over

minuten voor en over het halve uur.

A1 -  6.15

Hoe laat is het (2)?

blz. 252

https:

voor ... 

over ... 

over half ...  

voor half...  

• Het is kwart over 3 ‘s nachts
  
• Het is 10 voor half 4 ‘s nachts
  
• Het is 5 voor half 4 ‘s nachts
  
• Het is half 4 ‘s nachts
  
• 
  
• Het is 5 over half 4 ‘s nachts
  
• Het is 10 over half 4 ‘s nachts
  
• Het is kwart voor 4 ‘s nachts
  

3.15

3.20

3.25

3.30

3.35

3.40

3.45

• Het is kwart over 3 ‘s middags
  
• Het is 10 voor half 4 ‘s middags
  
• Het is 5 voor half 4 ‘s middags
  
• Het is half 4 ‘s middags
  
• 
  
• Het is 5 over half 4 ‘s middags
  
• Het is 10 over half 4 ‘s middags
  
• Het is kwart voor 4 ‘s middags
  

15.15

15.20

15.25

15.30

15.35

15.40

15.45

Nu kun je:

De klok lezen

Je weet wat uren, halve uren, kwartieren en minuten zijn 

Je kunt een analoge klok lezen 

Je kunt een digitale klok lezen