Je hoort de donder 7 s na dat je de flits ziet. De lucht is 20 graden Celsius. Hoe ver van jou vandaan was de inslag?
A
1029 m
B
2324 m
C
2401 m
D
996 m
Slide 7 - Quizvraag
Er word een eindje verderop een heipaal in de grond geslagen. Je hoort het geluid 2,3 s na elke slag. Hoe ver is de heipaal van jou vandaan?
Slide 8 - Open vraag
Een onderzoeker luistert onderwater naar het zingen van een walvis. De walvis zwemt 6 km van de onderzoeker vandaan. hoelang duurt het voordat het geluid bij de onderzoeker is?
Slide 9 - Open vraag
Opdrachten maken
Wat: Maak opdracht 20 t/m 23 van paragraaf 1.
Hoe:Zelfstandig werkend
Hulp: Eerst overleggen met je buurman/buurvrouw. Als dat niks oplevert steek je je vinger op en komt de docent langs.
Tijd: 10 min
Uitkomst: Je kan nu rekenen met de formule v = s/t. En je begrijpt nu dat geluid een snelheid heeft en wat deze is in verschillende stoffen.
Klaar: Teken een zo mooi mogelijk en straaljager.
Slide 10 - Tekstslide
Oscilloscoop
- Tekenen van de trilling van links naar rechts
- De tijd van elk hokje kan je instellen
- Trillingstijd aflezen
Slide 11 - Tekstslide
Oscilloscoop aflezen
1 hokje is 0,01 s
f=T1
Slide 12 - Tekstslide
Oscilloscoop
- Amplitude
- Hoe hard of zacht het geluid is
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht
1 hokje is0,01 s
Wat is de amplitude?
Wat is de trillingstijd?
Wat is de frequentie?
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht
1 hokje is 0,001 s
Wat is de amplitude?
Wat is de trillingstijd?
Wat is de frequentie?
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht
1 hokje is 0,1 s
Wat is de amplitude?
Wat is de trillingstijd?
Wat is de frequentie?
Slide 16 - Tekstslide
Opdrachten maken
Wat: Maak opdracht 2 tot 8 van paragraaf 2.
Hoe:Zelfstandig werkend
Hulp: Eerst overleggen met je buurman/buurvrouw. Als dat niks oplevert steek je je vinger op en komt de docent langs.
Tijd: 10 min
Uitkomst: Je kan nu rekenen met de formule v = s/t. En je begrijpt nu dat geluid een snelheid heeft en wat deze is in verschillende stoffen.