Zintuigen

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Aan het eind van de les kun je vertellen:

• Wat de bouw is van de zintuigen
• Wat de werking is van de zintuigen
  
  
  
• Wat zijn je eigen leervragen over de zintuigen?

Hoeveel zintuigen heeft een mens en welke zijn dat?

Zintuigen

Met de zintuigen neem je de omgeving waar

• Ogen - gezicht - zien
• Oren - gehoor - horen
• Huid - tast - voelen
• Tong - smaak - proeven
• Neus - reuk - ruiken.

Exteroreceptoren

Zintuigcellen die de wereld om je heen waarnemen.

Neus - reukzintuig

• Zintuigcellen: reukzin
• Werkt bij inademen via de neus
• Heeft invloed op de smaak
• Zo'n 10.000 geuren onderscheiden
• Geur wordt opgeslagen in passief geheugen.

Tong - smaakzintuig

• Alleen opgeloste stoffen (speeksel)
  zijn waar te nemen
• Fundamentele smaken: zoet, zuur,
  zout, bitter, unami (hartig)

Gehoor

• Geluid – trillingen
  
• Buitenoor: oorschelp, uitwendige gehoorgang, trommelvlies
  
• Middenoor: hamer, aambeeld, stijgbeugel
  Via buis van Eustachius verbonden met keelholte
  
• Binnenoor: vliezig labyrint, slakkenhuis

0

Oor

.

In welk deel van het oor bevinden zich de hamer, het aambeeld en de stijgbeugel?

1. Oorschelp
2. Uitwendige gehoorgang
3. Middenoor
4. Binnenoor

Wat is de functie van de buis van Eustachius?

1. Geluid doorgeven aan het trommelvlies
2. Gelijk houden van luchtdruk

Wat zorgt ervoor dat de gehoorbeentjes gaan trillen?

1. Het trommelvlies
2. De oorschelp
3. De buis van Eustachius
4. De gehoorgang

Evenwichtsorgaan in binnenoor

• Voorhof met statolietorgaan: 
  houdingsevenwicht bij stilstaan 
  = statisch evenwicht
• Drie halfcirkelvormige kanalen:
  registreert draaien van het hoofd bij
  beweging = dynamisch evenwicht.

Statisch evenwicht

Dynamisch evenwicht

Drie halfcirkelvormige kanalen

Voorhof met statolietorgaan

De huid - voelen

• Pijn – pijnsensoren, vrije zenuwuiteinden
  
• Temperatuur – thermosensoren, kou en warmte
  
• Druk – druksensoren, aanraking, beweging,
  vibratie en druk
  
• Tastzin – tastlichaampjes.

Oog

.

.

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats

netvlies

gele vlek

oogzenuw

iris

harde oogvlies

glasachtig lichaam

Receptoren netvlies

• Staafjes: beweging en zwart/wit vormen
  
• Kegeltjes: kleuren en details.

De lens

Accommoderen:
aanpassen van de vorm
en dikte van de ooglens.

De oogspieren

Traanfilm

.

Pupilreflex

Waar valt het licht op om een beeld te vormen in je oog?

1. Iris
2. Pupil
3. Netvlies
4. Hersenen

In welke laag liggen de zintuigcellen van een oog?

1. In het vaatvlies
2. In het netvlies
3. In de harde oogrok
4. In het regenboogvlies

Wat gebeurt er met de pupil als er veel licht op valt?

1. Die wordt kleiner
2. Die wordt groter

0

Wat heb je geleerd over de zintuigen?

Vertel met eigen woorden:

• Wat de bouw is van de zintuigen
• Wat de werking is van de zintuigen
  
  
  
• Wat zijn nu je leervragen over de zintuigen?
• Aan de slag in Learnbeat