Jager- verzamelaars:
- nomaden
-kleine hutjes/ tijdelijke onderkomens
- jagen, verzamelen, vissen
- weinig spullen
- kleine groepen van max. 30 personen.
Boeren:
- wonen op een vaste plek
- boerderijen
- akkerbouw en veeteelt
- potten en andere bezittingen
- wonen in dorpen