Veranstaltungen
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Veranstaltungen
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Die Veranstaltung
A
de activiteit
B
het evenement
Slide 4 - Quizvraag
der Wettkampf
A
de wedstrijd
B
de klimhal
Slide 5 - Quizvraag
der Freizeitpark
A
het zomerkamp
B
het pretpark
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
1) Wohin gehen die Menschen beim Karneval?
A
auf die Straße
B
in den Wald
C
in den Keller
D
in die Kirche
Slide 9 - Quizvraag
2) Wer demonstriert am 1. Mai?
A
Christen
B
Kinder
C
Mütter und Frauen
D
Gewerkschaften (Arbeiter)
Slide 10 - Quizvraag
3) Was für ein Feiertag ist der Tag der Deutschen Einheit?
A
Der Muttertag
B
Der Tag der Arbeit
C
Der Nationalfeiertag
D
Ein kirchlicher Feiertag
Slide 11 - Quizvraag
4) Wie viele Kerzen hat ein Adventskrantz?
A
eine Kerze
B
vier Kerzen
C
vierundzwanzig Kerzen
D
dreißig Kerzen
Slide 12 - Quizvraag
5) Auf wen geht der Nikolaustag zurück?
timer
0:45
A
Auf einen König
B
Auf einen Papst
C
Auf den Sohn Gottes
D
Auf einen Heiligen
Slide 13 - Quizvraag
Van in maximaal Nederlandse 3 zinnen samen waarover de tekst gaat.
Slide 14 - Open vraag
Schrijf minimaal 3 nieuwe woorden op binnen het Thema Veranstaltungen + vertaling.
