6.5 Sociale zekerheid voor jongeren

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling hoofdstuk 3
  • Behandelen Hoofdstuk 6 paragraaf 4(25 min)
  • zelfstandig werken (15 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling hoofdstuk 3
  • Behandelen Hoofdstuk 6 paragraaf 4(25 min)
  • zelfstandig werken (15 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)

Slide 1 - Tekstslide

Ga rustig naar je plek. Maak de herhaling van de vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Gatentekst
 1) _______ is een systeem dat mensen zonder inkomen ondersteunt. Dit wordt betaald vanuit belastinggeld en
2) _______. Als tijdelijk geen werkt hebt kun je uitkering krijgen. Deze tijdelijke uitkering heet de 3) _______. Deze verzekering voor mensen die werken heet een 4) _______. Verzekeringen die voor iedereen zijn noemen we een 5) _______. Als je geen recht meer hebt op een WW-uitkering is er nog de 6) _______. Deze is voor mensen zonder inkomen die voldoen aan bepaalde voorwaarden. Dit wordt ook wel een 7) _______ genoemd.
Vul in in de tekst!
  • Sociale zekerheid
  • Volksverzekering
  • Sociale premies
  • Sociale
     voorziening *
  • WW-uitkering
  • Werknemers
     verzekering
  • Bijstandsuitkering

Slide 3 - Tekstslide

Gatentekst
 SOCIALE ZEKERHEID is een systeem dat mensen zonder inkomen ondersteunt. Dit wordt betaald vanuit belastinggeld en SOCIALE PREMIES. Als tijdelijk geen werkt hebt kun je uitkering krijgen. Deze tijdelijke uitkering heet de WW-UITKERING. Deze verzekering voor mensen die werken heet een WERKNEMERSVERZEKERING. Verzekeringen die voor iedereen zijn noemen we een VOLKSVERZEKERING. Als je geen recht meer hebt op een WW-uitkering is er nog de BIJSTANDSUITKERING. Deze is voor mensen zonder inkomen die voldoen aan bepaalde voorwaarden. Dit wordt ook wel een SOCIALE VOORZIENING genoemd.

Slide 4 - Tekstslide

6.5. Sociale zekerheid voor jongeren 

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik

Slide 6 - Tekstslide

6.5. Sociale zekerheid voor jongeren 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen hoe de sociale zekerheid is geregeld voor
      jongeren.
  • uitleggen wat voor plichten en rechten ouders hebben.
  • uitleggen waar studenten vanaf hun 18e recht op hebben.
  • uitleggen welke regels er gelden voor werkloze jongeren.
  • uitleggen wat actieven en inactieven zijn.
Wat gaan we leren?

Slide 9 - Tekstslide

  • Ouders hebben de plicht om voor
      hun kinderen te zorgen tot ze 21
      jaar
    zijn. 
  • De overheid helpt daarbij. Zo
      krijgen ouders van kinderen tot 18
      jaar
    kinderbijslag (AKW). 
  • Ouders krijgen ook toeslagen voor
      kinderopvang.


Ouders en hun kinderen

Slide 10 - Tekstslide

  • Je krijgt zorgtoeslag van de
      overheid en moet een
      zorgverzekering afsluiten.
  • Je krijgt tegemoetkoming
      scholieren vanaf 18 jaar.
  • Je krijgt studiefinanciering en een
      OV-chipkaart als je op het MBO
      zit.


18 jaar! En nu?

Slide 11 - Tekstslide

  • Tot 21 jaar geen uitkering (de ouders horen
      te betalen).
  •  Vanaf 21 jaar een lage bijstandsuitkering
       als ze thuis wonen.
  • Een gewone uitkering als ze uitwonend
      zijn.
  • Een bijstandsuitkering als ze gedeeltelijk
      arbeidsongeschikt zijn.
  • een Wajong-uitkering als ze volledig
      arbeidsongeschikt zijn.
Werkloze jongeren

Slide 12 - Tekstslide

  • Je krijgt geen bijstand als je een partner
      hebt met een goed inkomen.
  • Je krijgt ook geen bijstand als je niet je best
      doet om werk te vinden.
  • Je krijgt ook geen bijstand als je een
      aangeboden opleiding, stage of baan
      weigert.
Jong en bijstand

Slide 13 - Tekstslide

  • Actieven zijn personen met een
      eigen inkomen uit arbeid of bezit.
  • Niet-actieven zijn personen met
      als voornaamste inkomstenbron
      een uitkering.
  • Dit betekent dat de werkenden
      betalen voor de uitkeringen van
      de niet-werkenden.
Actieven en niet-actieven

Slide 14 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 15 - Tekstslide

opdrachten maken

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
  • Maken opdrachten paragraaf 5

  • Lees de theorie 
  • Maak de opdrachten 

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 18 - Tekstslide

OPDRACHTEN
  • Maak de opgaven opdracht 1 t/m 16
     bladzijde 50 en 51! EN de rekentrainer op bladzijde 56
  • Als je klaar bent mag je wat voor jezelf doen

  • Om 09:15 gaan we verder met het huiswerk. Dat zijn
     opgave 17 t/m 31 op bladzijde 51 en 52.

  • Alles wat je hier doet, hoef je thuis minder te doen!



Slide 19 - Tekstslide

  1. Wie krijgen er kinderbijslag en waarom?
  2. Wat krijg je van de overheid als je een MBO-studie doet?
  3. Wat moet je in ieder geval regelen als je 18 wordt?
  4. Als je volledig arbeidsongeschikt bent krijg je een ...... uitkering.
  5. Waarom is het belangrijk dat er meer actieven, dan niet-actieven zijn?
VRAGEN

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken opgaven 1 t/m 31 van hoofdstuk 6.5
     sociale zekerheid voor jongeren op
     bladzijde 50 t/m 52.

Huiswerk

Slide 21 - Tekstslide

Bedankt en fijne dag!

Slide 22 - Tekstslide