D-toets deel I 'seksualiteit en relaties' KGT2

Diagnostische toets
Een diagnostische toets is een toets om te kijken wat je allemaal al weet. 
Wij gebruiken hem om te oefenen voor het grote proefwerk volgende week. 
Lees de uitleg in de volgende slides goed, voordat je begint met de toets! 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Diagnostische toets
Een diagnostische toets is een toets om te kijken wat je allemaal al weet. 
Wij gebruiken hem om te oefenen voor het grote proefwerk volgende week. 
Lees de uitleg in de volgende slides goed, voordat je begint met de toets! 

Slide 1 - Tekstslide


'Functionele relaties hebben vooral te maken met je gevoelens'
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

'Een persoonlijke relatie heb je alleen maar met iemand omdat je die persoon nodig hebt'
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

'Je hebt met je ouders vooral een persoonlijke relatie'
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

'De relatie met een klasgenoot kan overgaan in een persoonlijke relatie'
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

'Een voorbeeld van een lichamelijke verandering tijdens de puberteit is de snelle groei van het lichaam.'
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

'In de puberteit begint de vorming van bepaalde hormonen, waardoor de voortplantingsorganen beginnen te functioneren.'
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

'Een voorbeeld van geestelijke verandering tijdens de puberteit is de toenemende belangstelling voor andere mensen'.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

'Bij 'hangjongeren' tref je vaak veel pubers aan.'
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

'Aan de geslachtskenmerken kun je herkennen of iemand tot het mannelijke of vrouwelijke geslacht behoort'
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

'Primaire geslachtskenmerken ontstaan in de puberteit.'
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

'De balzak van een jongen is een secundair geslachtskenmerk.'
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

'In afbeelding 37 (werkboek blz 44) zie je een secundair geslachtskenmerk van een vrouw.'
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Nummer 1

Slide 14 - Open vraag

Nummer 2

Slide 15 - Open vraag

Nummer 3

Slide 16 - Open vraag

Nummer 4

Slide 17 - Open vraag

Nummer 5

Slide 18 - Open vraag

Nummer 6

Slide 19 - Open vraag

In welk van de genummerde organen
van deze afbeelding (afb 38)
worden zaadcellen tijdelijk opgeslagen?

Slide 20 - Open vraag

Erik zegt dat de voorhuid de huidplooi is waarin teelballen en bijballen liggen. Ernesto zegt dat de temperatuur in de buikholte iets lager is dan die in de balzak. Wie heeft (of hebben) gelijk of ongelijk?

Slide 21 - Open vraag

Enkele delen van het voortplantingsstelsel van de man zijn: de bijballen, de prostaat, de teelballen en de zaadblaasjes. Welke van deze delen produceren een bestanddeel van sperma?

Slide 22 - Open vraag

Enkele delen van het voortplantingsstelsel van een man zijn: de bijballen, de prostaat, de zwellichamen en de zaadblaasjes. Welk deel (of delen) brengen de penis in erectie?

Slide 23 - Open vraag

'Bij een zaadlozing komt sperma met schokken uit de penis'.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quizvraag

'Alleen bij geslachtsgemeenschap kan een zaadlozing plaatsvinden.'
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

'Het lekkere gevoel bij een zaadlozing wordt orgasme genoemd'.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Nummer 1

Slide 27 - Open vraag

Nummer 2

Slide 28 - Open vraag

Nummer 3

Slide 29 - Open vraag

Nummer 4

Slide 30 - Open vraag

In welk van de genummerde organen
van afbeelding 39 (hiernaast) komen
zaadcellen bij geslachtsgemeenschap terecht?

Slide 31 - Open vraag

In welk van de genummerde organen
van afbeelding 39 (hiernaast) vindt de
ontwikkeling van een embryo plaats?

Slide 32 - Open vraag

Lynn zegt dat de functie van de eileiders het tijdelijk opslaan van eicellen is. Sajoeka zegt dat bij de meeste vrouwen de clitoris gevoeliger is voor seksuele prikkels van de vagina.
Wie heeft (hebben) gelijk?

Slide 33 - Open vraag


Welke van deze uitspraken is juist?
1) Eicellen worden vervoert door de vagina.
2) Achter in de vagina bevindt zich de clitoris.
3) Het maagdenvlies bevindt zich in de vagina.

A
1
B
2
C
3
D
allemaal

Slide 34 - Quizvraag

Bij een vrouwenbesnijdenis kunnen bepaalde delen verwijderd worden.
Welke?

Slide 35 - Open vraag

In afbeelding 40 (hiernaast)
is het voortplantingsstelsel van de
vrouw schematisch getekend.
Wat is de functie van deel P?

Slide 36 - Open vraag

Bepaalde medicijnen kunnen rectaal (via de anus)
of vaginaal (via de vagina) toegediend worden.
Welke letter in de afbeelding hiernaast geeft de plaats
aan waar een medicijn vaginaal wordt toegediend?

Slide 37 - Open vraag

In afbeelding 41 (hiernaast) is een menstruatiecyclus weergegeven die 28 dagen duurt.
De letters P, Q, R en S geven bepaalde perioden in deze cyclus aan.
In het binnenste deel van de afbeelding is schematisch de verandering
in het baarmoederslijmvlies getekend. In welke periode vindt menstruatie plaats?

Slide 38 - Open vraag

In afbeelding 41 (hiernaast) is te zien dat het
baarmoederslijmvlies wordt opgebouwd.
Waarvoor dient deze opbouw?
Antwoord: Om .... mogelijk te maken.
(vul het juiste antwoord op de puntjes hieronder in)

Slide 39 - Open vraag

Bij een vrouw komt een eicel vrij uit een eierstok.
Hoe wordt dit proces genoemd?

Slide 40 - Open vraag

Als een eicel niet wordt bevrucht, gaat deze te gronde.
Waar gebeurt dit?

Slide 41 - Open vraag

Als een eicel niet wordt bevrucht, gaat deze te gronde.
Wanneer gebeurt dit?
tussen .... en ...

Slide 42 - Open vraag