SO paragraaf 2.1 t/m 2.3

Wanneer begon de Nederlandse Opstand?
A
1568
B
1648
C
1576
D
1579
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wanneer begon de Nederlandse Opstand?
A
1568
B
1648
C
1576
D
1579

Slide 1 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor de Nederlandse Opstand?
A
De Nederlandse oorlog.
B
De 80 jarige oorlog.
C
De grote oorlog.
D
De Spaans-Nederlandse oorlog.

Slide 2 - Quizvraag

De leider van de Nederlandse Opstand was...
A
Jan Pieterszoon Coen
B
Maurits van Oranje
C
Johan de Witt
D
Willem van Oranje

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak van de Nederlandse opstand?
A
Nederlandse burgers willen stemrecht.
B
Centralisatie
C
De adel heeft minder macht.
D
Ketter vervolgingen.

Slide 4 - Quizvraag

Een politieke oorzaak voor het ontstaan van de Nederlandse opstand is:
A
het streng doorvoeren van centralisatiepolitiek
B
het niet hebben van particularisme
C
De NLen wilden gewoon zelf regeren
D
de Staten-Generaal kreeg de macht van Spanje

Slide 5 - Quizvraag

Hoe noemen we iemand die zich baseert op de denkbeelden van de Reformatie?
A
protestant
B
katholiek
C
humanist
D
geus

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?
A
Smeekschrift der edelen - Hagenpreken - Beeldenstorm
B
Beeldenstorm - Hagenpreken - Smeekschrift der edelen
C
Smeekschrift der edelen - Beeldenstorm - Hagenpreken
D
Beeldenstorm - Smeekschrift der edelen - Hagenpreken

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer vond de Beeldenstorm plaats?
A
1566
B
1585
C
1633
D
1643

Slide 8 - Quizvraag

Wie werd na de Beeldenstorm landvoogd over de Nederlanden?
A
Alva
B
Filips II
C
Margaretha van Parma
D
Willem van Oranje

Slide 9 - Quizvraag

Hoeveel stellingen heeft Luther op de kerkdeur geprikt?
A
100
B
97
C
95
D
92

Slide 10 - Quizvraag

In Nederland had ... meer volgers
A
Luther
B
Calvijn

Slide 11 - Quizvraag

Met een aflaat.....
A
Hoefde je niet elke zondag naar de kerk.
B
Kon je priester worden.
C
Mocht je vooraan in de kerk zitten.
D
Werden je zonden vergeven.

Slide 12 - Quizvraag

Wie begon de reformatie?
A
Calvijn
B
Luther
C
Karel V
D
Filips II

Slide 13 - Quizvraag

Wat past bij Luther?
A
beelden van heiligen
B
predestinatie
C
de bijbel in de volkstaal
D
de bijbel in het latijn

Slide 14 - Quizvraag

Wie is de humanist?
A
Erasmus
B
Luther
C
Calvijn

Slide 15 - Quizvraag

Karel de vijfde was erg....
A
Protestants
B
Katholiek

Slide 16 - Quizvraag

Het streven naar zoveel mogelijk zelfbestuur en behoud van privileges heet...
A
Centralisatie
B
Particularisme

Slide 17 - Quizvraag

Nederland bestond uit verschillende..........
A
Provincies
B
Staten
C
Landen
D
Gewesten

Slide 18 - Quizvraag

Noem 2 oorzaken van ontevredenheid in de Nederlanden
A
particularisme en plakkaten tegen de hervorming
B
particularisme en centralisatie
C
centralisatie en strenge plakkaten tegen hervorming
D
hervorming en aanstellen van ambtenaren

Slide 19 - Quizvraag

Ketters zijn..
A
Katholieken
B
Protestanten

Slide 20 - Quizvraag

Wat kreeg Margaretha van Parma aangeboden door edelen?
A
Een Plakkaat
B
Een smeekschrift
C
Een bevel

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de BEELDENSTORM van de HAGENPREKEN?
A
oorzaak
B
aanleiding
C
gevolg

Slide 22 - Quizvraag

Hoe heette de rechtbank van hertog van Alva?
A
Raad van beroerten
B
Raad der gerechtigheid
C
Raad van Katholieken
D
Raad van Protestanten

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn Watergeuzen?

Slide 24 - Open vraag

Welke maatregelen nam Alva waardoor de ontevredenheid groeide?
A
De Tiende Penning en het Bloedplakkaten
B
De Bloedraad en het beleg van Zutphen
C
De Raad van Beroerten en de Tiende penning
D
De Raad van Beroerten en de Bloedraad

Slide 25 - Quizvraag

Waarom ontstond de hervorming?

Slide 26 - Open vraag

Waarom was de Val van Den Briel belangrijk voor de Nederlandse Opstand?

Slide 27 - Open vraag

Willem van Oranje vluchtte na de beeldenstorm naar:
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Duitsland
D
België

Slide 28 - Quizvraag

Wat zien we op deze afbeelding?
A
Spaanse soldaten.
B
Hagenpreken.
C
De opstand.
D
De beeldenstorm.

Slide 29 - Quizvraag

Protestantse kerk of Katholieke kerk? (wat zie je op de afbeelding)
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 30 - Quizvraag