In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Bloedruk meten
Slide 1 - Tekstslide
Aan het einde van deze les:
ken je het doel van het meten van de bloeddruk
weet je welke twee waardes bij de bloeddruk horen
weet je de patiënt te vertellen wat hij/ zij moet weten
weet je wat je nodig hebt om de bloeddruk te kunnen meten
weet je hoe je een bloeddruk moet weten
weet je wat een bloeddruk uitslag betekend
Slide 2 - Tekstslide
De bloedsomloop
De mens heeft een dubbele bloedsomloop
Per omloop gaat het bloed tweemaal door het hart
Slide 3 - Tekstslide
De mens heeft een dubbele bloedsomloop.
Per omloop stroomt het bloed 2 x door het hart.
Slide 4 - Tekstslide
Wanneer/ waarom zal de bloeddruk gemeten worden?
Slide 5 - Woordweb
De bloeddruk wordt gemeten tijdens een aantal controlemomenten:
rijbewijskeuring
zwangerschapscontrole
bij het bepalen van het cardiovasculair risicoprofiel
hoge bloeddruk
Slide 6 - Tekstslide
Voordat we gaan meten:
Is er de laatste 5 minuten lichamelijke inspanning geweest
Let erop dat de mouw de bovenarm niet afknelt
Aangeven dat er tijdens het meten niet gesproken mag worden
De patiënt mag niet met gekruiste benen zitten
Slide 7 - Tekstslide
0
Slide 8 - Video
Eens kijken of jullie goed hebben opgelet! Wanneer spreken we van hypertensie?
Slide 9 - Woordweb
Wat heb je nodig om de bloeddruk te kunnen meten?
Bloeddrukmeter
Stethoscoop
Gaasje
Alcohol 70%
Pen en papier
Slide 10 - Tekstslide
Wat gebeurt er tijdens het bloeddrukmeten?
1: de bloeddrukband drukt het bloedvat helemaal dicht 2: het bloedvat heeft net genoeg kracht om door de band heen te gaan. Je hoort de eerste slag Je meet nu de SYSTOLE 3: het bloed kan weer "normaal" door het bloedvat stromen. Je hoort de laatste slag. Je meet nu de DYSATOLE
Slide 11 - Tekstslide
Voorbereiding
pak alle benodigdheden
controleer de stethoscoop
controleer of de bloeddrukmeter helemaal "leeg" is
roep de patiënt binnen
laat hem/ haar aan een tafel gaan zitten
Slide 12 - Tekstslide
De juiste plaats van de bloeddrukband
We meten aan de linker arm
Slide 13 - Tekstslide
Eens kijken of jullie goed hebben opgelet! Wanneer stop je met het oppompen van de bloeddrukband?
Slide 14 - Woordweb
Meten
Leg de band aan
Pomp de band op tot het moment dat je de pols niet meer voelt
Pomp er nu nog 30 mmHG extra bij
Leg de stethoscoop in de elleboogplooi
Laat de band langzaam (2 "streepjes" per sec.) leeg laten lopen
Waarde van de systole en diastole onthouden
Band helemaal leeg laten lopen en verwijderen
Slide 15 - Tekstslide
Afhandeling
Bloeddrukband bij de patiënt verwijderen
Aan de patiënt melden hoe hij/ zij aan de uitslag gaat komen