Torenhoge inflatie

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

PO torenhoge inflatie

Doelen van deze les

Welkom

Begrippen (herhalen)

Belangrijke zaken

Deel 2 & 3 afronden

In de krant:
Bloemkooloogst valt tegen, prijs gaat door het dak: ‘Bij de groenteboer liggen ze nu voor 5 euro’
Wat is de reden van de prijsstijging?

1. De vraag is lager dan het aanbod.
2. De vraag is hoger dan het aanbod.
3. Vraag en aanbod zijn in evenwicht.
4. Het aanbod is hoger dan de vraag.

Hoe zat dat ook al weer met inflatie? Door inflatie kan je...

1. meer besteden, daardoor wordt koopkracht meer
2. minder besteden, daardoor wordt koopkracht minder
3. Meer besteden, daardoor wordt koopkracht minder
4. Minder besteden, daardoor wordt koopkracht meer

Loonprijsspiraal.
Leg het model hiernaast uit.

Als de prijzen sneller stijgen dan het nominale inkomen dan daalt de koopkracht

1. Juist
2. Onjuist

-

-

Omzet

Nettowinst

Bedrijfskosten

Inkoopwaarde

Brutowinst

Deel 2: Bolletjes of ijsjes

Inkoopwaarde van één bolletje = €0,04

Extra kosten per ijsje = €0,10

Hoeveel ijsjes? Hoeveel bolletjes? 

wat is de totale inkoopwaarde van dit ijsje?
1 bolletje = €0,06
Extra kosten per ijsje = €0,11

Homogeen

Heterogeen

Productiesectoren (deel 4) 

Productiefactoren(deel 4)

Alles wat je nodig hebt om te produceren, kun je indelen in de volgende productiefactoren:

Kapitaal

Arbeid

Natuur

Ondernemerschap

Ik heb vragen over.......

Aan de slag 

Deel 2 & 3 vandaag af. 

Vrijdag 10 maart PO inleveren in SOMtoday.