4.3 Een man

BS 3 Een man
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BS 3 Een man

Slide 1 - Tekstslide

Deze les

terugblik
Leerdoelen Bs.3
Theorie
Zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Ontwikkeling van de follikel 

Slide 3 - Tekstslide

Bevruchte eicel

Slide 4 - Tekstslide

Menstruatie
Baarmoeder maakt zich klaar voor een baby: baarmoeder-slijmvlies wordt dikker, bevat veel bloedvaten, hierin kan klompje cellen innestellen

Geen bevruchte eicel: baarmoeder slijmvlies wordt afgestoten
--> ongesteld

Slide 5 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
Menstruatiecyclus
Eisprong / ovulatie
Bevruchting
Innesteling

Slide 6 - Tekstslide

Maagdenvlies
-Vooraan in de vagina ligt het maagdenvlies. 
-Het maagdenvlies is een randje weefsel aan het begin van de vagina. 
-Niet alle meisjes hebben bij de geboorte een maagdenvlies. 
-Het maagdenvlies is geen dicht vlies zoals sommige mensen denken. 

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen Bs. 3

Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken

Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen

Slide 8 - Tekstslide

Zaadcellen

Slide 9 - Tekstslide

Zaadcel vs Eicel
Zaadcel
- Kleinste cel
- Zweepstaart
- 2/3 dagen in leven
Eicel
- Grootste cel
- 24 uur in leven



Slide 10 - Tekstslide

Hormonen
Hypofyse: hormoonklier
- stimuleert aanmaak zaadcellen en 
Testosteron: geslachtshormoon
- secundaire geslachtskenmerken

Slide 11 - Tekstslide

Testosteron

Slide 12 - Tekstslide

mannelijke geslachtsdeel
In de teelbal worden zaadcellen gemaakt deze worden opgeslagen in de bijbal.

Samen zitten de teelbal en de bijbal in de balzak deze hangt buiten het lichaam en hier is de temperatuur iets lager dan in de rest van het lichaam dit is beter voor de zaadcellen.

Via de zaadleider worden de zaadcellen vervoerd.

Slide 13 - Tekstslide

Spermacellen / Zaadcellen
1. productie in de testis in de zaadbuisjes
2. Opslag in de bijballen

Beide liggen in de balzak

Slide 14 - Tekstslide

Mannelijke geslachtsdeel
De zaadleider vervoert de zaadcellen langs de prostaat en het zaadblaasje. 
Deze 2 organen voegen vocht aan de zaadcellen toe vanaf dit moment heet het mengsel sperma.

De zaadleider loopt over in de urinebuis.
aan de urinebuis zit ook de urineleider verbonden.
Via een opening in de eikel wordt urine en sperma uit het lichaam gebracht.

Slide 15 - Tekstslide

De penis
  • De penis bestaat uit de eikel, de voorhuid, zwellichamen en de urinebuis. 
  • Door de urinebuis komt ook sperma naar buiten. 
  • De eikel is het voorste deel van de penis. 

Er bevinden zich in de penis de drie zwellichamen, die opzwellen in geval van een erectie. 
eikel
urinebuis
-voorhuid
-zwellichaam

Slide 16 - Tekstslide

Sperma
Zaadlozing: ongeveer 3 ml sperma.

Sperma bevat: 
  • 10% zaadcellen (worden bewaard in bijballen)
  • 90% zaadvocht uit zaadblaasje en prostaat. (voeding en hoge zuurgraad voor optimale omstandigheden voor zaadcellen om de reis naar de eicel te volbrengen).

Slide 17 - Tekstslide

Het orgasme
- Erectie = Zwellichamen volgezogen met bloed
- urinebuis wordt dichtgedrukt
- Sperma komt uit de penis

Slide 18 - Tekstslide

Waar worden de zaadcellen bij een man tijdelijk opgeslagen?
A
Teelbal
B
Prostaat
C
Bijbal
D
Zwellichaam

Slide 19 - Quizvraag

Welk onderdeel is voornamelijk verantwoordelijk voor het veroorzaken van een orgasme?
A
Balzak
B
Penis
C
Zwellichaam
D
Eikel

Slide 20 - Quizvraag

Welk orgaan voegt vocht met voedingsstoffen toe aan de zaadcellen?
A
Blaas
B
Zwellichaam.
C
Zaadblaasje.
D
Teelbal.

Slide 21 - Quizvraag

Waardoor ontstaat er een erectie?
A
Doordat er bloed in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
B
Doordat er sperma in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
C
Doordat er zaadcellen in het zwellichaam van de penis wordt gepompt
D
Doordat er zaadvocht in het zwellichaam van de penis wordt gepompt

Slide 22 - Quizvraag

Drie delen van het voortplantingsstelsel van de man zijn: de urinebuis, een zaadleider en een zwellichaam.

Welk van deze delen kan zowel urine als sperma vervoeren?
A
de urinebuis
B
de zaadleider
C
het zwellichaam

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag!
Wat?
Basisstof 3: Maak opdracht 1, 2, 3, 5, 6, 7
Hulp nodig?
Meer hulp nodig?
Lees basisstof 3 
Steek je vinger omhoog
Klaar?
Maak een begrippenlijst van basisstof 6: transport door membranen
Aan de slag!
timer
20:00

Slide 24 - Tekstslide