Voltooid deelwoord H4 1ht

Voltooid deelwoord H4 spelling (blz. 110 boek)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Voltooid deelwoord H4 spelling (blz. 110 boek)

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik weet wat een voltooid deelwoord is
  • Ik kan een voltooid deelwoord juist schrijven
  • Ik herken het verschil tussen een persoonsvorm en een voltooid deelwoord

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • De theorie van het voltooid deelwoord kort herhalen. 
  • Huiswerk nakijken en bespreken.
  • Opdrachten maken en nakijken/bespreken.
  • Bingo!

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeelden van voltooid deelwoorden
1. Wat ben je veranderd.
2. Je hebt het zelf uitgekozen.
3. Je wordt gehersenspoeld.
4. Wie heeft dit bedacht?
5. Zij had een koekje gepakt.
6. Hij is jarig geweest.
7. Ik word naar school gereden.
THEORIE HERHALEN

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk nakijken

- Schrift + boek open  (blz. 110-111) --> huiswerkcontrole
- Kijk je werk na met het antwoordblad

timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Nu maken: opdracht 4 + 5 
(blz. 111) 

- Verschil tussen persoonsvorm en voltooid deelwoord? Zie voorbeeld.
- Rustig samenwerken mag
- Blijf op je plek
- Over 12 minuten bespreken
- Klaar? Vraag een nakijkblad

timer
12:00
Persoonsvorm tegenw. tijd 

Enkelvoud
- Ik-vorm: ik, jij achter de persoonsvorm 
(ik werk; werk jij?)
- Ik-vorm + t: jij voor de persoonsvorm, hij, zij, ze, het, u 
(Jij werkt; zij werkt; de kapper werkt)

Meervoud
- Wij-vorm: wij, jullie, zij 
(wij werken, zij werken, de leerlingen werken)

Slide 7 - Tekstslide

Bespreken
opdracht 4 + 5


Slide 8 - Tekstslide

Bingo!
werkwoordspelling
- Zie Powerpoint
- Ieder krijgt een bingokaart


Slide 9 - Tekstslide

Noteer het voltooid deelwoord:
Heeft je zus haar tas al ... (pakken)?

Slide 10 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord:
Ik ben gister naar school ... (lopen)

Slide 11 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord:
Het vliegtuig is nog niet ... (landen)

Slide 12 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord:
Ik heb het hem gisteren ... (vertellen)

Slide 13 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in.
Gisteren hebben wij de hele avond ...(dansen)

Slide 14 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb heel hard ....(rennen)

Slide 15 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in.
Gisteren ben ik om vier uur naar huis...(gaan)

Slide 16 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb wel 10 minuten ...(fietsen)

Slide 17 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord:
De appel wordt in stukjes (snijden)

Slide 18 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in.
Ik ben al 3 jaar ...(trouwen)

Slide 19 - Open vraag